Recensie: Daniël Lohues en de wijsheid van dichtbij

Door: LOUIS VAN KELCKHOVEN 24 FEBRUARI 2017
Uit: Dagblad van het Noorden

In de wereld van Daniël Lohues komt iedereen zichzelf tegen. Wij herkennen in hem het verlangen om thuis te zijn, het leven te kunnen nemen zoals het komt, ons te verwonderen over alledaagse dingen, te verlangen naar liefde of daar juist de broek van vol te hebben. En als het even niet lukt, vrede kunnen sluiten met jezelf.

Zoals Lohues zichzelf neerzet, die man op het platteland, met een kachel, een pan groentesoep met worst op het vuur, op een stoel achter het huis, vuurtje brandt, eben naor de wieke achter t huus lopt, of juist een stukje gaat rijden; in die man herkennen wij onszelf. Hij is één van ons, hij zou bij ons op het dorp kunnen wonen en ‘s avonds even achterom komen.

Maar als hij zijn gitaar pakt of achter de piano gaat zitten, blijkt Lohues iets te kunnen wat hij alleen kan: onze levens bezingen, onze angsten en twijfels, en meer nog; deze ook duiden. In de wereld van Daniël Lohues komen wij onszelf tegen. In eenzaamheid, levenslust, hopen tegen beter weten en het verlangen daar te zijn waar we niet zijn. En zit het even niet mee met dat leven, dan worden dat toch weer Mooie verhalen later. ‘Je hebben het nou nog niet in de gaten/mar t worden mooie/mooie verhalen later’.

Tiende

Mooie verhalen later staat op de nieuwe plaat van Daniël Lohues, Moi. Huisgemaakt en zijn tiende solo cd alweer. Bij elkaar opgeteld 148 liedjes. En al die teksten en muziek lijken uit hem op te borrelen als prik uit een glas limonade. Alsof zijn liedjes er altijd al zijn geweest.

De 16 liedjes op Moi zijn nagelnieuw. Tegelijkertijd zo herkenbaar alsof Lohues uit ons collectieve geheugen put. Alsof het er altijd is geweest, maar wij hem nodig hebben om het ons te laten horen. ‘Iederiene kan wat e kan/de iene kan schildern/de ander is brandweerman’, heet het in Laot mij mar lekker dit doen.

Schoonheid

Muziek die ons helpt de schoonheid van het alledaagse te zien. Zoals de gestrande spreeuw op zijn grasveld in Vlieg dan toch!: ‘n Schiere spreeuw/mar hij mankeert wat/anders kom ie daor niet zo terecht’.

Moi gaat ook weer over dichtbij en veraf, maar vooral over dichtbij. ‘Want t Is hier geen Côte d’Azur/mar wedje maken jong/da ’k hier t fijnste zit bie t vuur?’ Klink het in Waor wo’j dan nog hen.

Daniël Lohues brengt de wijsheid van dichtbij. Het veilige en vertrouwde van het huis op het eigen dorp. Waar de mensen ‘s ochtends naar hun werk gaan, terwijl de containers al aan de weg staan, de kinderen naar school fietsen en de postbode zijn ronde doet. ‘Veur zo’n aanslag hier/is gien mense bange’, heet het in Gewoon n dag op n dorp. Lohues sluit zijn ogen niet voor het duister in de wereld, maar maakt het licht met humor, verwondering en zelfrelativering. Dat wat veilig en vertrouwd is, zolang het duurt.

Dichtbij, al kan het geen kwaad om ook de wereld te verkennen. Zoals de boerenzoon in Maak joe waor aan zijn vader vraagt: ‘Mag ik eerst de wereld over/veur ik hier veur altijd blief’. De wereld zien laat je thuis waarderen, helpt accepteren dat je daar zult blijven.

Verderweg is Noord-Dakota, waar indianen moeten toezien dat er een oliepijpleiding over hun heilige grond wordt gelegd. Lohues huilde toen hij op CNN zag hoe het indianenprotest met geweld de kop werd ingedrukt. Wat dan weer de opmaat is voor Schrei mar niet. ‘Schrei mar niet/alles giet veurbij/alstjeblieft/helpt ja niks ja’.

Want al is leven op aarde louter toeval, dat duurt zolang de zon het blijft doen (luister naar De zunne en de maon op Lohues’ voorlaatste cd Aosem), en zijn onze levens lichtflitsen tussen twee oneindige duisternissen: Maak joe waor.

Doe wat je kunt zolang je op aarde bent. Leef zolang je leeft. Meer kun je ja ook niet.

Facebook