‘15 procent van de kinderen speelt nooit buiten. Vooral hoogopgeleide ouders uit de Randstad krijgen hun kroost niet naar buiten. Dat blijkt uit representatief onderzoek van Jantje Beton dat vandaag verscheen’.
Dit las ik in een krant en het laat me maar niet los. Dat er verschil is met hoe onze jeugd eruitzag snap ik wel. Er is veel veranderd. En ook weer niet. Wij zamelden eerder met de verkenners al geld in voor Jantje Beton. We kregen te horen dat er leeftijdsgenootjes in de steden waren die nooit buiten kwamen omdat er geen plek was om te spelen. Dat vonden we heel erg.
We zamelden ook kleding in voor arme mensen in Polen. We deden ook dingen om arme mensen in Afrika te voorzien van waterpompen. Maar Jantje Beton, dat was toch wel een heel schrijnend geval. Ik zag ze voor me als ik boven in een bloeiende kastanjeboom was geklommen. Bleke jongetjes en meisjes in de grote steden die achter beslagen ramen naar het volgende flatgebouw keken. Geen boom te zien. We hadden het erover als we een ondergrondse hut bouwden. Als we het dak erop hadden en met kaarsjes op de tafel 2 meter onder de grond onszelf op de schouder sloegen voor wat we gebouwd hadden, kregen we het altijd over de sneuneusjes in de steden die dit allemaal niet konden doen.
Als we grote zeilen maakten op onze fietsen en op de strakke oostenwind snelheden bereikten waarmee je makkelijk een Puch inhaalde, dan dachten we ook altijd even aan Jantje en Jantinagie Beton. Nee, dat is overdreven. Wij waren gewoon aan het spelen. En af en toe herinnerde een ouder of een scoutingleider ons aan onze bevoorrechte positie. Dat we maar goed in de gaten moesten houden dat er ook kinderen in steden moesten leven en nooit buiten kwamen.
Er zijn jaren en jaren vervlogen. Er is veel bereikt in de wereld. Er is een boel veranderd. Zure regen bestaat niet meer. In Polen hebben ze inmiddels zelf goede winterkleding. Er is een boel veranderd. Behalve de grote problemen, die blijven. Honger, dorst en ziektes in de warme landen en naar nu blijkt: ook het probleem Jantje Beton is nog niet opgelost. Nog steeds zijn er zielige jonge mensjes die langzaam hun lange lokken uit de ogen vegen en door een raampje niks dan beton zien en als ze geluk hebben een streepje zonlicht. Met welk wereldbeeld groeien zulke kinderen op? En je snapt zulke ouders toch ook niet? Uit het onderzoek blijkt dus dat het vaak kinderen zijn van ‘hoogopgeleide’ mensen. Lui die het niet schraal hebben dus. Ik hoor mensen met kinderen altijd zeggen dat je je kind het beste gunt. Ga dan die stad uit, zou je zeggen.
Maar zo gemakkelijk ligt het blijkbaar niet. Het probleem zit dieper.
Maar goed. Wij tasten wel weer in de buidel voor de volgende inzamelingsactie van Jantje Beton. We moeten blijven denken aan die witsnoetjes in de steden. Die kunnen het ook niet helpen.
Dagblad van het Noorden, 8 juni 2019