Er ligt richting de brug een kraai op de weg. Hij leeft niet meer. Dat kun je zien aan hoe plat hij is. Het is geen mooi gezicht. Er zijn al vele auto’s overheen gereden. Maar een vleugel wappert nog wel als er net weer een auto overheen gereden is. Dan is het net alsof de platte kraai zwaait, zo van: ‘hallo, ik lig hier helemaal platgereden, komt iemand me nog helpen?’
Maar daar is het te laat voor. Heb nog wel even gedacht, toen ik voor de derde keer vandaag bijna over de kraai reed, om hem met de schep, die ik altijd achter in de bak heb liggen, van de straat te schrapen. Maar daar is de weg net een beetje te druk voor. En dan krijg je weer hele verhalen, moet je rekenen. Zo van: „Ik zag die zogenaamde columnist van het Dagblad van het Noorden met een schep een platte kraai van de weg schrapen. Zal anders wel niks te doen hebben. Wie schraapt er nou een dooie kraai van de weg. Met een schep. Op best wel een drukke weg. Dat is alleen maar aandacht trekken. Want daar zijn zulken op uit. Aandacht. Maakt niet uit hoe ze het krijgen, aandacht trekken, anders ga je niet bij een krant of zo werken. En ik bedoel: die kraai is dood, waarom moet zo’n vent nou uitgerekend helemaal de auto aan de kant zetten, de schep uit de auto pakken en dan heel opvallend, ja en ook nog met een hoed op, zo’n dooie vogel van de weg scheppen? Ja, en geen gewone hoed hè? Nee, een grote hoed. Zo van: zie mij eens even een hoed ophebben.”
Dus ik ben gewoon verder gereden. In de achteruitkijkspiegel zag ik dat de kraai nog even weer zwaaide met zijn ene vleugel.
Wel gek trouwens dat een kraai onder de auto komt. Meestal vliegen ze toch net op tijd weg. Misschien was het wel een oude kraai. Die is dan misschien net niet op tijd weggevlogen voor een iets te snelle auto. Of voor zo’n veel te snelle racemotor met zo’n triest, hoog, paniekerig jankgeluid. Wat is er gebeurd met de kraai? Iemand moet het weten.
Als je een kraai doodrijdt, ben je dan strafbaar? Kraaien zijn beschermd, begreep ik.
Ze zaten ooit met honderden tegelijk in een kerktoren hier ergens in de buurt. De pastoor stond er voor de kerk met een paar mannen over te praten. De ene man zei tegen de pastoor dat hij die kraaien wel even af wilde schieten. Maar mijnheer pastoor zag dat niet zitten. De andere man zei dat hij wel gif wilde brengen. Nee, ook dat wilde de pastoor niet. De derde man zei dat de pastoor de kraaien maar het Heilig Vormsel moest geven. Dat zou wel helpen, zei de man, want sinds zijn kinderen het vormsel hadden ontvangen waren ze nooit meer naar de kerk geweest.
Mijn moeder vond dit ook een leuk mopje. En niet omdat ze niet van kraaien hield.
Dagblad van het Noorden, 21 september 2019