Een rooie kat, die hier weleens over mijn erf komt, zit al minutenlang roerloos tussen de groene blaadjes naast een vlierstruik. Opeens gaat zijn staart langzaam omhoog. Hij springt en komt weer tevoorschijn uit het groen met een klein muisje in zijn bek.
Hij loopt naar de tegels, laat het muisje los en speelt nog wat met het spartelende knaagdiertje. Plotseling kijkt de kat mij aan. Muisje in de bek. Dan neemt hij het hazenpad. Weg. De bosjes in. De natuur.
Het muisje kwam er slechter vanaf dan Jerry. Van Tom and Jerry. Wat mochten we daar altijd graag naar kijken. En nog. Ik zoek ze weleens op. Die oude tekenfilms. Ongelofelijk goed gemaakt. Wat een werk. Al die tekeningen. Elke beweging is een tekening. En dan die muziek. Big Band. Speciaal voor zo’n animatiefilm gecomponeerd. Alles op de seconde. Elke ‘boing’ en elke achtervolging voorzien van passende muziek. En dan live opgenomen met ik weet niet hoeveel muzikanten. Geweldig. Als kind weet je dat allemaal niet. Zit je gewoon mooi te kijken. Spannend was dat.
Die kat kreeg het slimme muisje nooit te pakken. Sterker nog: de kat had vaak pech. In de film Mouse Trouble uit 1944 schiet de kat Tom zichzelf met een dubbelloops jachtgeweer voor de kop. Als de rook is opgetrokken is alleen de bovenkant van zijn kop kaal. Ik weet nog dat we er met een groepje vriendjes naar keken en een van onze kameraadjes toen zei: „Dat kan ja nooit! Dan be’j hartstikke dood.”
Nee, in het echt kon dat niet. Hij had gelijk. Maar het was een verhaal.
Deze periode voor Pasen luister ik veel naar de Johannes-Passion van Bach. Daarin zit een prachtige aria waarin hemelsleutelbloemen bezongen worden. Die bloemen komen aan hun naam doordat Petrus in de hemel zijn sleutelbos liet vallen. De gouden sleutels kwamen op de aarde terecht waar ze gevonden werden door een meisje dat snel naar huis rende om haar ouders te halen. Ondertussen had een engel de sleutelbos snel opgehaald. Maar die vond het zielig voor het meisje, dat ze dan voor niks haar ouders had gehaald, dus ze zette mooie bloempjes neer op de plek waar de sleutels gelegen hadden. Prachtig verhaal. Maar niet echt gebeurd.
Pasen is ook zo’n verhaal waar veel mensen mee denken aan te tonen dat het christendom maar allemaal onzin is. Iemand die vanuit de dood weer tot leven komt. Kan ja nooit.
Maar het gaat om het verhaal. Symbolisch. Moet het per se letterlijk gebeurd zijn? Het paasverhaal is juist nu zo treffend. Witte donderdag. Het laatste avondmaal. We zaten zo mooi allemaal gezellig bij elkaar. Niets was ons te dol. Toch zat er iets aan te komen. Goede Vrijdag. Dood en verderf. Verdriet en angst. Stille zaterdag. Stilte. De wereld is veranderd. We weten even niet hoe we verder moeten. Maar dan opeens! Er komt een nieuwe dag! Een nieuw begin! Vanuit het diepste zwart wordt het weer licht.
Helder licht!
Ik wens u goeie paasdagen.
Dagblad van het Noorden, 11 april 2020