De helft van de mensen in ons land voelt zich eenzaam. Ik sta er niet van te kijken. Je ziet de eenzame mensen overal. In de supermarkt staat een man met een verpakking vlees in de handen. Hij denkt: hoeveel dagen kan ik daar wel niet van eten? Je ziet hem het terugleggen, omdat hij ook wel weet dat hij wat over is in de diepvries doet en dat het daar volgend jaar nog ligt. Of die vrouw die in het bos loopt en geen goeiedag zegt. Zelfs geen knikje. Haar hoofd was zo lang, zo vol met zorgen. Nu is het hoofd leeg. Zelfs het gevoel is eruit gewaaid. Geen contact. Met niemand. Of zo’n stel. Je ziet ze vermoeid met boodschappentassen naar de auto lopen. Al jaren uitgepraat. Hij wil het liefste kaarten en voetbal kijken met zijn vrienden. En bierdrinken. Zij wil dat hij thuisblijft, omdat ze niet alleen kan zijn. En ondertussen zijn ze met z’n tweeën nog eenzamer dan iemand die alleen is.
Het ouderwetse idee dat een mens per se samen moet zijn met een ander mens, brengt ook een sociale druk met zich mee die een gevoel van eenzaamheid kan veroorzaken. Persoonlijk vind ik dat er wel een verschil gemaakt moet worden tussen alleen en eenzaam. Maar dat verschil kun je misschien alleen maken als je zelf gekozen hebt om alleen te zijn.
Want er zijn ook ouderen die werkelijk niemand meer hebben. De mensen die ze hun hele leven om zich heen gehad hebben, zijn allemaal al overleden. Op de televisie zien ze een vreemde wereld met mensen die ze nauwelijks meer kunnen verstaan. Daar zit je dan. En dan lees je ook nog in de krant dat het de week van de eenzaamheid is. Hoe goed het ook is bedoeld, je leest dat je officieel zielig bent. Dat is pas diepe eenzaamheid.
Dagblad van het Noorden, 2 oktober 2021