Hier niet zo ver vandaan is er een vreselijke oorlog aan de gang. De kans dat het nog veel verschrikkelijker wordt is groot. Er kan maar zo met atoombommen gegooid worden. Bovendien komt de winter eraan. De ellende is nog lang niet voorbij. Noord-Korea is ook aan het gooien met raketten. In Japan was het luchtalarm al afgegaan. Een Derde Wereldoorlog lijkt slechts een vonkje nodig te hebben om tot een verwoestende explosie te komen. Einstein schijnt in 1949 gezegd te hebben: ,,Ik weet niet met welke wapens de Derde Wereldoorlog uitgevochten gaat worden, maar de Vierde Wereldoorlog gaat uitgevochten worden met stokken en stenen.’’
En dan de planeet. Dat gaat ook niet bepaald de goeie kant op. Alle gletsjers smelten. Zeewater stijgt. Droogte. Extreme neerslag. Gebieden worden onleefbaar omdat het er te heet wordt. Sommige mensen zeggen nog steeds dat de temperatuur op aarde altijd geschommeld heeft. Dat klopt natuurlijk. Maar waarom negeren ze de wetenschap die bewijst dat deze keer die klimaatsverandering extreem snel gaat en begonnen is vlak na de uitvinding van de stoommachine? Tel daar de explosieve bevolkingsgroei bij op. Bovendien kunnen we hier in het rijke Westen ook moeilijk zeggen tegen de mensen in de landen die pas nu een beetje economisch tot ontwikkeling komen, dat zij geen autootje en een magnetronnetje kunnen krijgen omdat wij de aarde al verpest hebben met onze bodemloze honger naar meer.
De lijst met de vreselijkste dingen die verkeerd gaan in de wereld is nog veel groter. Adembenemend veel groter.
Ik zat er tijdens een rondje fietsen over na te denken. Dat het misschien al wel gewoon te laat is. We kunnen niet meer terug.
Toen zag ik aan de andere kant van de straat twee verliefde pubers fietsen. Hand in hand. Ze hadden net genoeg vaart om niet om te vallen. Hun wereld draaide even alleen om elkaar. Daarom fietsten ze misschien ook wel zo langzaam. Nog niet naar huis willen. Nog even geen huiswerk. Nog even dicht bij elkaar zijn. Even nergens anders aan denken. Zwaar verliefd, in de zon, hand in hand op de fiets, zwevend door de kleurige, gevallen boomblaadjes.
Ik was een beetje ontroerd door wat ik gezien had. Zo’n prille liefde op een gek geworden, razende planeet. Een klein, mooi bloempje tussen de zwarte stenen in de schaduw van de vulkaan. Het gaf een beetje hoop. Maar hoe dat precies zat met die hoop, daar moest ik maar niet te lang over nadenken.
Dagblad van het Noorden, 5 november 2022