Regelmatige lezers van dit stukje weten dat er een fazant broedt tegen mijn huis aan. Voor de mensen die dat niet gelezen hadden; er broedt een fazant tegen mijn huis aan. Onder het kamerraam. Op straat vragen sommigen mij hoe het er mee staat. Kreeg zelfs al een mail met tips. (Bedankt daarvoor, maar wilde fazanten bijvoeren met lauwe brinta lijkt me ergens niet goed). Hoe dan ook, ik vermoed dat er ergens in mijn voormalige gazon nóg een nest zit. Misschien wel twee. Voormalig gazon ja. Toen ik dacht dat er meer nesten zouden zijn ben ik gestopt met mijn wekelijkse maaimiddag.
Broedseizoen. Gevolg daarvan is, dat het gras inmiddels een hoogte heeft bereikt die ooit dubbelzinnig werd bezongen door de legendarische Asser band Hydra. Ik was trouwens wel trots op mijn strakke gazonnetje. Het stond er wonder boven wonder altijd mooi bij. Dat vond ik al heel wat. Groene vingers heb ik doorgaans namelijk alleen maar na het maken en het proeven van verse pesto.
Maar maaien is mooi werk, en dan krijg je een gazon in plaats van een grasveld. En toch, er gebeurd een klein mooi wondertje als er niet gemaaid wordt. Er komen allemaal prachtige wilde bloemen omhoog opeens! Planten die ik nog nooit gezien heb. En er staan opeens in het ochtendgloren reeën in de tuin. Gedraaide plekken in het hoge gras verraden dat ze er geslapen hebben. Er gebeuren dingen met je tuin als je het gras laat groeien. Heel leuk, maar mensen kunnen er aanstoot aan nemen. Je gras niet maaien is net zoiets als je haar niet knippen.
Mensen met een tuin zoals het hoort, vinden dat je naar de kapper moet. Terwijl jij net denkt, hé er gebeuren dingen met je hoofd als je je haar laat groeien. Net als in de tuin.