Opa vertelde me vaak over de oorlog. Hij wist dat ik het spannende verhalen vond. Hij vertelde alsof hij bij elke grote veldslag aanwezig was geweest. Eerst nog zachtjes, maar even later ging hij er dan bij in de benen. Met zijn armen zwaaiend en wijzend naar waar de Duitsers zaten. Dan legde hij aan met een denkbeeldig geweer en schreeuwde hij keihard: ,,BATS! BATS!” Een beetje buiten adem ging hij dan weer zitten. ,,Ja man”, zei hij dan.
Op een warme namiddag in de zomer mocht opa graag zitten op een klapstoeltje in zijn schuurtje. Daarin stond ook zijn DAF geparkeerd. Hij zette het stoeltje dan precies zo dat hij nog net in de schaduw zat, maar wel een beetje op de wind. Hij kauwde dan op wat pruimtabak en keek wat voor zich uit. Op zo’n heel warme dag fietste ik een keer naar opa. Hij zat er precies zo bij als ik hoopte. Hij zei dat ik ook maar zo’n klapstoeltje moest pakken. En daar zaten we. Het was te warm om wat te doen, zei hij. Daar was ik het mee eens. Ik mocht een waterijsje pakken uit de grote diepvries in het andere schuurtje. Opa wilde geen ijsje. ,,Ik heb ’n barre hekel an kaold water.”
Hij begon te vertellen. Dat hij die week in Duitsland naar een café was geweest. Na een paar borrels was hij weer naar buiten gegaan om zijn fiets te pakken. Maar de fiets was weg. Dus hij weer naar binnen. En maar roepen tegen die Duitsers: ,,Ze hebt mij de fietse afsteulen, mien fietse!” De Duitsers begrepen hem niet. Hij met zijn handen doen alsof hij een stuur vasthad en trapbewegingen maken. Had een Duitser gezegd: ,,Ach so, ihr Fahrrad!” Toen had opa gezegd: ,,Nee, niet mien veurrad, mien hiele fietse!”
Hij lachen. Ik lachen. En toen was het weer stil. Even later kon ik mij niet inhouden. Ik moest het gewoon vragen. Waarom ging hij vaak een keer in Duitsland een borrel drinken? Hij had toch zo’n hekel aan de Duitsers? Hij zei me dat het de beste mensen van de wereld waren, maar dat ze na de Eerste Wereldoorlog verblind door armoede en wraakgevoelens gevallen waren voor de krachten van het zuiverste kwaad. Hij schreeuwde: ,,Adolf Hitler!” Hij spoog zijn proempie tabak in een bloempot en zei: ,,Ja man.”
Dagblad van het Noorden, 9 maart 2024