Er loopt een ree hier voor het huis. Ze zit meestal in de bosjes. Af en toe komt ze even in het gras lopen. Al een paar keer had ik haar gezien. Vanmorgen vroeg zag ik dat ze twee jonkies had. Die renden door het natte gras om hun moeder heen. Het schouwspel ontroerde. Ik bleef stokstijf voor het raam staan te kijken, omdat ik verwachtte dat ze bij een kleinste beweging van mij meteen weer in de bossen zouden verdwijnen. Toch kon ik het niet laten om even heel voorzichtig mijn telefoon omhoog te houden en een filmpje te maken. Ze keken wel even mijn kant op, maar gingen toen gewoon verder met blaadjes eten van mijn bessenbosjes. Dat vind ik prima. Dit zoete tafereel is mij meer waard dan een schaaltje zure bessen.
Ze voelen zich blijkbaar veilig op mijn erf. Dat voelt als een compliment. Van mij hebben niks te vrezen. Verderop hebben ze blijkbaar wel dingen om bang voor te zijn. Jagers met geweren. Een dwalende wolf. Ja, het is waar. De wolf loopt ook hier. Een naober had ‘m gezien. Hij beest stak de straat over naar het weiland naast mijn huis. Het dier was wel zo groot als een Dalmatiër, schijnt de geschrokken buurman gemeld te hebben in een buurt-app.
De dagen na de melding van de wolf keek ik toch anders uit het raam. Als ik ’s avonds buiten iets hoorde, dacht ik toch even dat de wolf dichtbij was. En aan wat ik zou doen als ik ‘m zou zien. De verhalen en de sprookjes hebben de wolf geen best imago gegeven. De grote boze wolf. Het zijn maar sprookjes en verhalen. Maar toch.
Daarom denk ik dat deze ree en haar jonkies hier bij mij gekomen zijn. Ze zijn bang voor de wolf. Ik vind het wel wat moois hebben. Er loert in de verte gevaar van een beest en het gevolg is dat ik opeens de liefste en mooiste dieren die hier in het wild voorkomen, op mijn erf heb. Dat jonge spul zo dartelend rond mijn twee appelbomen. Je wordt er zacht van. In deze wereld vol woede, haat en onbegrip houden twee van die jonkies met hun moeder mijn wereldbeeld een beetje in balans. Ik heb ze al namen gegeven. Hoe noem je een ree? De moeder noem ik Ban. De jonkies noem ik Charles en Manzarek.
Dagblad van het Noorden, 1 juni 2024