De lucht is grijs. Het gras is groen. In de verte rommelt de wereld. Het is alsof er onweer komt. Eigenlijk al jaren. Als je de berichten leest, weet je genoeg. Daar komt gedonder van. Een echt groot onweer waait tot nu toe altijd nog weer over. Verderop gaat het wel tekeer. Wij leven hier in vrede. Nog altijd. Al heel lang. Al zo lang dat de meesten van ons nog nooit oorlog hebben meegemaakt. Niet van dichtbij tenminste. We zijn mensen geworden die nog nooit onweer hebben meegemaakt en in de korte broek, midden in een weiland gaan staan dansen terwijl de wolken kolken en rommelen. Als het onweer echt losbarst, gaan we misschien wel met z’n allen onder de hoogste boom staan. Behalve de lui die weten wat onweer is. Die zoeken een kuil op.
Onweer kun je verder niks aan doen. Dat gebeurt. Oorlog gebeurt ook. Maar daar kun je wel wat aan doen. Aanslagen gebeuren ook. Daar kun je ook wat aan doen. Realiseren dat er iets kan gebeuren, kan al schelen. En als het allemaal niet meer anders kan, zal er toch gestreden moeten worden. Als het je het tenminste waard is om voor te vechten. Vaak denk ik: wat moet er gebeuren om mij onder de wapenen te krijgen? Wat moet er aan de hand zijn in de wereld dat mijn vrienden en ik een strand op zullen stormen? Wat moet er op het spel staan? Ons land? Onze cultuur? Onze vrijheid?
De meeste mensen hebben nu nog de kop in het zand. Het zand dat is opgestoven met de wind van de vrede. Een mooie dikke laag. We weten niet beter. Schrikken ons kapot als we beelden zien van de oorlogen van vandaag. Hoe kunnen ze dat nou doen? Wij snappen er niks van. Gelukkig maar. Oorlog is de hel. Er is een groep mensen in ons land die het wel snapt. Die hebben gevochten in verre landen. Die dragen de trauma’s van echte oorlog met zich mee. Die begrijpen de oude mannen die na 80 jaar weer terug zijn op dat strand in Normandië. Die hebben gestreden en ze hebben gewonnen. Tegen een hoge prijs won het goede van het kwade.
Wat is het goede, wat is het kwade? Daar zijn velen hier het niet meer over eens tegenwoordig. Daar wordt over en weer zo hard over geschreeuwd tegen elkaar, dat we het onweer niet meer horen komen.
Dagblad van het Noorden, 9 juni 2024