Toen ik nog thuis woonde, keek ik bijzonder graag naar de televisieprogramma’s van Boudewijn Büch. Hij reisde de hele wereld over opzoek naar bijzondere plekken waar hij iets over wist of wilde weten. Vooral zijn reizen naar afgelegen eilanden vond ik prachtig. Hij kon er mooi bij vertellen. Soms zag je hem in zo’n programma vanuit blijdschap wegglijden in een ontroostbare eenzaamheid. Elke week weer een nieuwe aflevering over verre landen en verhalen van achter de horizon.
De liefdevolle en beschermde jeugd die ik gehad heb (waar ik ongelofelijk dankbaar voor ben), begon gek genoeg in de puberteit toch een beetje beklemmend te voelen. Ik wilde weg. Maar ik moest nog naar school. En waar moest ik heen? Ik had de muziek. En de reisprogramma’s van Büch. Daar kon ik bij wegdromen. Ik zou later ook gaan reizen. Maar dan moest het eerst later worden.
Later wordt het vanzelf. Zo gauw ik de kans kreeg, ben ik naar Utrecht verhuisd om als gitarist/toetsenist te spelen in een band. We maakten een plaat en kwamen op de televisie. We speelden door het hele land. Ik woonde in een studentenhuis. Daar begon ik de boeken van Boudewijn Büch te lezen. Het Dolhuis. De kleine blonde dood. Eenzaam. En natuurlijk zijn boeken over eilanden. Ik vond het prachtig en indrukwekkend. Overal op de wereld was hij geweest.
Met twee vrienden begon ik een paar jaar later zelf een band. Dat ging als een speer. Op een gegeven moment vroeg Jan Douwe Kroeske of we een 2 Meter Sessie wilden doen. We mochten zelf weten waar die opnames zouden plaatsvinden. Het werd Café Groothuis in Emmen. Een prachtige locatie, vonden de tv-makers ook. In de voorbereidende gesprekken met Jan Douwe kregen we het over Boudewijn Büch. Hij kende hem en kwam met het idee dat ik een song zou maken op een gedicht van Büch. En dat we dat voor hem zouden spelen tijdens de opnames.
We hadden al een paar nummers opgenomen in Groothuis toen iemand riep dat Büch eraan kwam. Zijn manager had hem gebracht met de auto. Ik liep naar de gang om ze te ontvangen. Daar was hij dan. De man van wie ik alles gelezen had.
Alle programma’s had ik gezien. De man die overal op de wereld was geweest. Paaseiland zelfs. Hij gaf mij een hand en zei: ,,Wat een eind rijden joh, dat Emmen!”
Dagblad van het Noorden, 31 augustus 2024