Deze week reed ik een beetje rond, hier vlak over de grens. Weet niet precies waarom. Gewoon een beetje kijken. Zag mooie, grote akkers die net geploegd waren. Rijen berkenbomen op een stukje on-afgegraven veen. Reed langs een half dichtgegroeid kanaal met een verroeste brug erover. Ik draaide een zandpad op. Toen ik niet verder kon, ben ik maar gestopt. Wat was het er rustig en vredig. Ik ging tegen een boom zitten en zag dat de zon al voorzichtig begonnen was met de afdaling naar de horizon. De hele dag was de lucht blauw geweest. Geen wolkje te zien. Zelfs geen vliegtuigstrepen. Gewoon mooi blauw. Ik keek even achter me omdat ik dacht aan iets wat iemand ooit had gezegd. ,,Tegenover de zon is de lucht het blauwst”. Het klopt echt.
Het was een man bij een pomp in Iowa geweest die dat ooit tegen me zei. Opeens zag ik die ontmoeting weer precies voor me. Ik reed een beetje rond door Amerika en stopte even om te tanken. Na het afrekenen stond ik met een bekertje koffie even met mijn gezicht in de zon. Iemand zei goeiedag. Hij wees naar mijn nummerplaat en zei dat ik een eind van huis was. Ik vertelde dat ik nog veel verder van huis was dan hij dacht. Hij vroeg wat ik zo mooi vond aan Amerika. Toen ben ik begonnen over de grote blauwe lucht. Veel blauwer dan bij ons. ,,Het gras is altijd groener…”, en toen zei hij dus die zin die ik nooit meer vergeet. Tegenover de zon is de lucht het blauwst.
Ik deed de ogen weer open. Was bijna een beetje weggedommeld tegen die boom hier vlak over de grens, tussen de pas geploegde landerijen. Ik stapte in de auto en reed achteruit terug over het zandpad. Daarna reed ik langs het vergeten kanaal weer richting huis. Richting de zon. Terug in Nederland werd het een stuk drukker op de weg. Toen ik thuiskwam, haalde ik bonensoep uit de vriezer. Die had ik een poosje geleden gemaakt en ingevroren. Toen was het nog winter en de wereld nog heel anders. Dat lijkt alweer even geleden. Na de soep ging ik in de stoel zitten. Geen muziek. Geen podcast. Geen tv. Geen telefoon. Gewoon schemeren, zoals mijn opa en oma dat ook altijd deden. Rond een uur of acht ging de zon onder. Tegenover het laatste zonlicht was de avond begonnen.
Dagblad van het Noorden, 5 april 2025