Soms kun je dat zo hebben.
Dat alles nét even de goeie kant op valt. ’s Morgens al.
Genoeg koffie in de koffiebus. Eitje precies goed.
Ochtendlicht in de frisse keuken.
Fijne muziek op de achtergrond.
Geen toestanden in of aan het hoofd.
Geen mensen die boos zijn zonder dat je weet waarom.
Geen mensen die boos zijn om iets waar je niks aan kon doen.
Gewoon even geen gedoe.
Soms zijn er van die periodes dat je opeens merkt dat verdriet dat je had, een plek heeft gekregen.
Of dat je opeens denkt: hoe heb ik me over dit of dat zo druk kunnen maken.
Op een gegeven moment weet je van jezelf hoe lang je blijft lopen met iets waarmee je zit.
Op een goed moment weet je, dat gaat wel weer over. En als het weer over is denk je: fijn!
Dan weet je dat het een mooie tijd is. Je herkent het.
En alles lijkt opeens ook beter te gaan.
Het versterkt elkaar.
Mooie tijden.
Dat zijn van die periodes dat je ondanks het weer of het wereldnieuws toch steeds onbewust een vrolijk wijsje blijkt te fluiten.
Je glimlacht naar mensen waar je bijna tegen opbotst in de supermarkt.
Je laat iemand voor bij de kassa.
Omdat er geen haast is, want alles gaat mooi.
En zo’n mooie tijd mag even duren. Het liefst voor altijd.
Want je weet heel goed, bijna te goed: er komt weer een tijd
dat er weer van alles gebeurt wat niet zo mooi is.
Er komt altijd weer iets voorbij waar weer vreselijk mee gezeten wordt.
Belachelijk eigenlijk. Dat je soms zelfs de mooie tijden minder mooi kunt maken door te denken dat er vast wel weer iets mals gaat gebeuren wat die fijne tijd aan stukken zal scheuren.
Daar moet je niet aan denken. Maar ja. Toe maar.
Ik hou er over op. Ik ga nog even lekker in de zon zitten.
Voor je er op verdacht bent, is het herfst.
(Dagblad van het Noorden, 13 september 2014)