Stoppen met roken is net als de verkering uitmaken met iemand waar je niet zonder kan, maar wel aan de kant móét zetten omdat je kapot gaat aan die relatie. Het was altijd zo mooi samen. Maar op het laatst niet meer. Slecht. Toen was het een verdrietige sleur. Vreselijk. Dat hoesten. Dat dwangmatige. Ik was al veel vaker gestopt. Ging op zich niet eens zo heel moeilijk. Tot er in een verdrietige en of liederlijke bui weer een sigaret werd opgestoken. En daar ging het weer heen. Tot ik weer stopte en het verhaaltje zich herhaalde. Elke stoppoging werd moeilijker. Ik probeerde nicotinepleisters. Werkt echt te gek. Alleen kon ik na een poosje dáár dan niet meer zonder. Ben je nog niet vrij. Zo bleef ik jaren stoppen en beginnen met roken. Afgelopen voorjaar, het was Witte Donderdag, liep ik ’s avonds rond de Nieuwmarkt in Amsterdam. Ik logeerde daar bij Henny Vrienten, wiens nieuwe plaat ik produceerde. Ik was die ochtend weer eens gestopt met roken en maakte nog even een ommetje voor het slapengaan. Eigenlijk was ik gewoon op zoek naar tabak. Ik mocht nog één keer roken van mezelf. Een afscheid. Die buurt daar: ik kon er van alles wel krijgen. Alle soorten drugs werden me tijdens de wandeling aangeboden. Alle soorten dames van lichte zeden, alle soorten Arabisch eten, alle soorten drank. Maar tabak? Nergens te krijgen. Is maar goed ook, dacht ik toen ik op een hoek van een gracht mij opeens realiseerde dat ik als een junk aan het rondstruinen was in dat hellegat. Opeens hoorde ik iemand mijn naam roepen. Twee jongens, begin twintig, zaten in een portiek en hadden mij herkend. Ze zaten te roken. Ben er even bij gaan staan. Ze wilden met me op de foto. Prima. Ik vroeg of ze even lekker zaten te roken. Hoorde het mezelf zeggen met dat toontje van, ‘dat wil ik ook wel’. Ik kreeg een sigaret. Mijn merk ook nog. Gauloises Blondes. Liberté Toujours, staat op die pakjes. Ik rookte hem gulzig op, sprak nog wat met de jongens en slenterde, misselijk van schuldgevoel en nicotine, terug naar mijn logeerplek. Het was mijn laatste sigaret. Ben gestopt zonder pleisters of andere lapmiddelen. Gewoon nooit meer opsteken. Dat is pas Liberté Toujours. Vrijheid Altijd.
(Dagblad van het Noorden, 15 november 2014)