De laatste tijd kom ik vaak langs dat ene huisje daar. Het staat een beetje achteraf. Ik weet niet hoe de bewoner heet. Ik zag hem een keer. Oudere man op rubberlaarzen. Hij liep naar zijn brievenbus aan de straat. Ik reed langzaam voorbij en een seconde lang keken we elkaar aan. We knikten allebei. Een seconde verder was ik al meters verderop. Nadeel van een auto: je stopt niet zomaar even om een praatje te maken. Op de fiets was ik even gestopt, denk ik. Even de weg vragen of zo. Gewoon om een gesprek te beginnen. De streektaal in die buurt lijkt erg veel op die van ons. Maar met meer oudere Saksische woorden, lijkt het wel. Daarom praat ik graag met mensen daar. En ook wel omdat mensen zoals deze man vaak wel een mooi verhaal hebben. Alleen in zo’n huisje achteraf. Misschien niet meteen een heel mooi gelukkig leven. Of misschien ook wel. Je weet het niet. Misschien zit zo’n man wel verlegen om een praatje. Misschien ook totaal niet. Ik zou graag eens met hem praten. Maar je gaat toch ook niet zomaar aankloppen bij zo’n iemand. Durf ik niet eens.
Laatst reed ik weer eens door dat streekje. Het was zo’n dag dat het niet eens echt licht wordt. Het huisje zag er verlaten uit. Maar de schoorsteen rookte. Eenzaam sfeertje. Hij zal wel gewoon bij de kachel zitten. Of hij is even naar de winkel of zo. Ik reed weer verder richting de rivier. Daar stop ik dan vaak even om bij die oude verlaten boerderij op de dijk naar het water te kijken. In de verte zag ik een eenzame fietser aankomen. Dat kon die man wel eens zijn. Ik liep de dijk weer af, richting mijn auto. Precies toen ik daar was, fietste hij er langs. Hij tikte aan zijn platte pet en zei moi. Ik zei moi terug. Dat was het. Ik kreeg een triest gevoel.
Ik weet uit ervaring dat je ‘alleen’ en ‘eenzaam’ niet met elkaar moet verwarren. En toch… Hoe dichter we bij de kerst in de buurt komen, hoe meer ik de neiging heb om hem een dikke kerststol met een pakje roomboter in de brievenbus te stoppen. Maar ja, dat doe je dan ook weer niet zomaar bij een wildvreemde.
(Dagblad van het Noorden, 13 december 2014)