Liep in een lange gang op blote voeten. Er galmde muziek uit de jaren twintig. Piano en zang. Een zangeres. Kon niet goed horen of het in het Engels was. Het leek wel een taal die ik niet kende eigenlijk. Toch snapte ik wat er gezongen werd. Een deur in de gang ging open. Een oudere man keek naar mijn blote voeten. Hij zei dat ik dat goed bekeken had. Dat hij ook altijd zonder schoenen door de gang liep. Hij klopte mij op m’n schouder en deed de deur weer dicht. Ik liep verder. Op de muziek af. Aan het eind van de gang was een trappenhuis. Maar daar was ik nog lang niet. Ik klopte op mijn rechterbroekzak om te voelen of ik mijn telefoon wel bij me had. Ik voelde geen telefoon. Voelde iets ronds. Het was een zakhorloge. Ik opende het uurwerkje en zag dat het al laat was. Of misschien juist wel vroeg. Weer ging er een deur open. Een vrouw met een heldere stem vroeg me hoe laat ik het had. Ik mompelde dat ik het niet wist. Ze vroeg of ik dat zakhorloge dan voor niks had. Verlegen keek ik op het steeds warmer wordende klokje en zei haar dat ik het vier over één had. Maar dat ik niet wist of dat ’s nachts of overdag was. Ze glimlachte, gaf me een kus op de wang en sloot haar deur. Ik liep verder. De vloer was lekker koel aan mijn voeten. De vloer was van dat spul waar ze vroeger ook aanrechten van maakten. De muziek stopte. Er zwaaide weer een deur open. Een Indische man zei zachtjes dat ik beter even weer kon gaan liggen. Ik liep terug door de lange gang, stapte een kamer in en viel in slaap op een hoog bed. Een zoemend geluid maakte me wakker. Mijn telefoon. Ik nam op. Het was de NOS. Een vriendelijke dame vertelde me dat B.B King uit de tijd gekomen was en vroeg me wat ik daar van vond. Ik werd verdrietig. Het gesprek was live op de radio in Nederland, terwijl ik in Montana was. Ik hing op en ging weer slapen. Toen ik weer wakker werd, liep ik in een lange gang op blote voeten. Wanneer weet je zeker dat je wakker bent?
(Dagblad van het Noorden, 16 mei 2015)