Toen ik terugkwam van overver, trof ik hier een groene wereld aan. Daar ben ik doorheen gefietst. Urenlang. Kleine weggetjes. Het landschap raakte me diep. De slootkanten: natuurgebiedjes op zich. Het fluitenkruid boven het malse gras uit. De zuring met z’n magische zweem. De boterbloempjes als confetti zomaar ergens gestrooid. Verderop de aardappels net boven de grond, in strakke rijen, als snaren in een concertvleugel. De grond met z’n bekende kleur van hier. Die grond met z’n bekende geur van hier. Grote wolken waaruit engelen af en toe de gieter leeggooien over deze weelderigheid. Ze willen het nog groener hebben. Nog groener, het kan bijna niet. De verse bladeren aan de bomen zien eruit om op te eten. Een drupje goeie olijfolie erover en je zou het doen. De vogels zijn terug. Ik hoor de koekoek. En nog een. En nog een. Als ik een koekoek was, dan zou ik het ook wel weten. Hier moet je zijn. De brembossen langs de zandpaden staan in bloei. Mooier geel heb ik in tijden niet gezien. Wat een geluk om hier te zijn. Wat een geluk om hier vandaan te komen. Ik heb het opeens een beetje te doen met mensen die zich enkel kunnen vermaken met bedacht vertier, vaak uiteindelijk ook nog eens alleen maar bedacht om winst te maken. Dat zijn vaak de mensen die denken dat je pas goed zit als je bent waar ‘van alles te doen is’. Ze missen dit moois. Je moet er nu bij zijn. Want straks wordt er weer gemaaid. Dan komt er wel ander moois voor in de plaats, maar zo mooi en gul als de natuur nu uit de grond geschoten is, dat is maar even. Deze geur. Dit licht. En de wind blaast de eeuwigheid over het groen. En de zon straalt z’n heilige licht, de buien zegenen. Je hoeft alleen maar te kijken en te voelen. Je hoeft alleen maar te ruiken en adem te halen. Even niet verlangen. Alles is er. Je hoeft alleen maar te bestaan. Het is compleet. Een mooie staat van gelukzaligheid. Voor andere dingen moet je soms ver weg. Dat is waar. Maar dit is ook waar. Meer waar dan veel andere dingen. En dit is er gewoon. Je hoeft het niet te zoeken. We wonen er midden tussen.
(Dagblad van het Noorden, 30 mei 2015)