Mooi weer om eens even plekken op te zoeken waar het er al duizenden jaren ongeveer hetzelfde uitziet. Wat dat betreft hebben we geluk hier aan deze kant van het land. Ik rij door het prachtige Westerwolde. Niet te geloven hoe mooi het daar nog is. Oud land. Dat voel je. Je kunt je goed voorstellen dat hier altijd mensen hebben gewoond. Riviertjes, groen, beetje glooiend. Schitterende streek. Vraag me opeens af waarom er hier geen hunebedden staan. Misschien hebben ze er ooit wel gestaan maar zijn ze gesloopt. Net als veel hunebedden in Drenthe trouwens. Ik rij even door naar een mooi bewaard gebleven Drents hunebed. Mijn favoriet. Vind ze allemaal mooi hoor. Maar deze… De ligging alleen al. Er is een soort energie voelbaar die ook in oude kerken te vernemen is. Geen toeval. Oude kerken zijn vaak gebouwd op plekken die al heiligdommen waren voor de tijd dat Karel de Grote’s soldaten en monniken met hun mediterrane profeet Jezus en diens vader aan kwamen zetten. Nog maar 1243 jaar geleden. Mooi van hunebedden: een tastbare herinnering aan mensen die in een nog verder verleden leefden op deze grond. Meer dan 5000 jaar geleden. Ze begroeven er hun doden. Mooie plek om te liggen. Ik ga er even tegen een boom zitten. Ogen dicht. De nazomerzon gloeit. Stilte in het hoofd. Contact met het grotere. Eeuwigheid. Ik hoor een auto aankomen. Portieren slaan dicht. Toeristen. Een heel gezin. Allemaal gehuld in fleurige kinderkleding. Ze komen mijn kant op. De kindertjes krijsen. Het gaat door merg en been. Ze beklimmen het hunebed. Ik ga in de benen. Ik vraag op mijn allerkindvriendelijkst of ‘de kindjes’ wel weten dat ze op een graf staan te springen. De vader komt er aan. Wat ik moet. Ik probeer hem uit te leggen dat het op-zich-eigenlijk-ergens niet helemaal de bedoeling is om op een hunebed te gaan staan. Je staat op het graf van mensen. Ik moet me met mijn eigen zaken bemoeien, sist hij met z’n randstadse accent. Ik laat het erbij zitten. Direct. Ga er niet tegenin. Dit hunebed heeft al heel wat gekkigheid meegemaakt. Oneerbiedigheid van een paar vregge, onbenullige westerlingen kan het ook nog wel verdragen. En bovendien: zo zijn ze niet allemaal. De meesten zijn heel anders.
(Dagblad van het Noorden, 12 september 2015)