Middeleeuwse toestanden, daar wordt niet veel goeds mee bedoeld. Woestijnstrijders die geheel volgens de wensen van hun profeet ongelovigen aan enkels en polsen ophangen, buik naar beneden, en daar dan een vuurtje onder stoken. ‘Middeleeuwse toestanden’. Toch doen we daar de middeleeuwen tekort mee. Hoe meer je over de middeleeuwen te weten komt, hoe meer je er achter komt dat ons beeld over die duizend jaar helemaal niet klopt. We zien bijvoorbeeld de strenge, kleurloze kerken voor ons. Laten de kerken in de middeleeuwen van binnen nou juist de meest prachtige, kleurige schilderingen hebben gehad. In latere tijden zijn bijna al die oude kerken wit gemaakt. In Frankrijk, in Albi, is nog een geweldige kerk te zien in oorspronkelijke, middeleeuwse kleurenpracht. Ook bleven in de middeleeuwen belangrijke geschriften uit de oudheid bewaard doordat geleerden de waarde ervan in zagen. Ze vertaalden ze en legden invloedrijke bibliotheken aan. Bouwkunst ontwikkelde zich enorm. De kunst van het muziekmaken ook. Notenschrift ontstond. Meerstemmige muziek! Niet meer een enkel lijntje met hoogstens een stilstaande basnoot eronder. Om over de boekdrukkunst nog maar te zwijgen. Goeie dingen. Natuurlijk vloeide er meer dan genoeg bloed in de middeleeuwen. De islamitische invasie van Europa werd een halt toegeroepen door frankische ridders, ergens halverwege Frankrijk. Ook zoiets: steeds vaker werden pelgrims onderweg naar de heilige plaatsen in Jeruzalem door islamstrijders gruwelijk vermoord. Ook daar zijn middeleeuwse ridders even wat aan gaan doen, in ruil voor vergeving van hun zonden. De kruistochten noemen wij dat nu. Ze hebben twee eeuwen geprobeerd de boel een beetje te regelen daar, maar moeten ook gedacht hebben, dit wordt ’m niet. Het is er nog steeds een zootje. Misschien nog wel erger dan toen. Mijn positieve beeld van de middeleeuwen komt misschien ook wel door de geschiedenislessen op de lagere school. Een van de weinige lichtpuntjes tijdens die lange jaren, gevangen in een schoolbankje achter glas: meester Hermans die vertelde over vroeger. Hij vertelde en ik zag met de ogen dicht een paradijs. Uitgestrekte bossen, schone beekjes. Appelbomen en watermolens. Meester Hermans. Kwam hem laatst tegen. Hij had een pet op. Daarom herkende ik hem eerst niet. Dus ik had hem later een berichtje gestuurd via internet. We mailen nu wat op en neer. Over vroeger.
(Dagblad van het Noorden, 26 september 2015)