Deze week las ik op een morgen dat er die dag om 13.00 uur een bom zou ontploffen in Nieuw-Schoonebeek. Het ging om een zware bom, terecht gekomen in het Nieuw-Schoonebeekse bouwland toen een Engels vliegtuig daar in 1943 neerstortte. Ik appte B. of hij zin had om mee te gaan kijken. Dat had hij wel. Ik haalde hem op en we reden over Weiteveen naar Nieuw-Schoonebeek. Bij de Europaweg aangekomen, was het snel duidelijk waar we moesten zijn. Gewoon daar waar we waren. Daar stonden auto’s langs de kant. Er stonden aardig wat mensen. In de huizen langs de weg zaten mensen in hun open slaapkamerraam. In de verte lag een grote bult zand. Wij gingen tegen mijn auto, uit de wind staan kijken. Een bekende stem. Ah, daar kwam neef H. Ik dacht al, die gaat vast ook wel even kijken. Hij had een collega bij zich uit Nieuw-Schoonebeek. Vriendelijke kerel die ons even meteen van de laatste grappige dorpsroddels op de hoogte bracht. Toen kwamen er twee vriendelijke dames ook even tegen mijn auto uit de wind staan. Moi. Moi. De ene vrouw zei, wrijvend in haar handen, dat we op deze manier in ieder geval nog iets van de oorlog meemaakten. Wij lachen. Ja, mooi.
Iedereen keek wat op de telefoon. Bijna 13.00 uur. De sfeer was goed. Je hoorde mensen lachen. Vrolijke gezichten, diep in de kragen. Een kraampje met wat eten en drinken erbij en het zou maar zo een mooi feestje kunnen worden. Opeens geschreeuw in de verte. Die hele bult zand spatte in één keer uit elkaar. En toen die geweldige dreun. Echt loeierhard. Het zand schoot ik weet niet hoever omhoog. Geweldig! ,,Nou, dat was het dan, tsja, mooi”, riep iedereen ongeveer tegelijk. Ik zei dat die boer wel geluk had gehad dat hij er niet met de ploeg opgeramd was ooit. Die ene Nieuw-Schoonebeekse dame zei dat je als mens eigenlijk de meeste tijd wel geluk hebt. Heel soms kun je pech hebben. Maar meestal gaat alles goed. Dat zei ze mooi. Iedereen stapte weer in de auto en reed weg. Het kon maar zo eens de gezelligste ontploffing van een oorlogsbom ooit geweest zijn.
(Dagblad van het Noorden, 16 januari 2016)