Hij heeft het niet getroffen. Kwam hem laatst weer tegen. Je durft zowat niet te vragen hoe het gaat. Vorige keer dat ik ‘m sprak, was hij net verhuisd naar een kleiner huis. Kon de boel niet meer betalen nadat hij ontslagen was. Ja, ontslagen door zijn eigen kameraad met wie hij een bedrijf had opgezet. Een bedrijf wat eigenlijk zíjn idee was geweest. Hij had het bedacht en zijn kameraad was goed met regelen en met geld en zo. Het ging heel goed. Ze konden na een paar jaar beiden een groter huis kopen en een nieuwe auto.
Z’n kameraad ging scheiden en kreeg een nieuwe vriendin. Een nogal struise dame. Vanaf toen ging het mis. Die kameraad ging de baas spelen en hij werd eruit gewerkt. Hij had niks geregeld. En dat beetje geld wat hij extra mee kreeg, was binnen no time op aan z’n grote huis. Hij is wel meteen ergens anders aan de slag gegaan. Maar toen werd hij ziek. De dokters wisten niet wat hij had. Hij is er overal mee naar toe geweest. Uiteindelijk bleek er toch iets te zijn met zenuwen die klem zaten en dat sloeg dan overal op over of zo.
Zo was het de vorige keer dat ik hem trof. En nu vroeg ik weer hoe het was. Hij zei dat het wel ging. Z’n ogen was alleen dikke prut tegenwoordig. Door een acute ontsteking achter beide ogen zag hij alles in een waas. Blijvend. Kon ook geen diepte meer zien. En zo had hij met de auto tegen een lantaarnpaal aan gezeten. Politie erbij. Rijbewijs ingenomen. Daar zat ie dan. Z’n inmiddels exvrouw en z’n dochtertje kwamen hem nog wel eens opzoeken. Verder niet veel. Het was voornamelijk cd’s draaien en in de stoel zitten. Dire Straits.
Bier drinken deed hij ook maar niet meer. Laatst had hij twee flesjes gedronken in de stoel. Wilde naar de schuur om nog twee te halen. Uitgegleden. IJzel. Stijl achterover. Week hoofdpijn gehad. Week voornamelijk op bed gelegen. In die week was de gemeente bij hem aan de deur geweest. Of hij even dit en dat wilde betalen anders moest hij ook dit huis uit. Hij keek me aan, lachte wat en wist het zelf nu ook. Hij heeft het niet getroffen.
(Dagblad van het Noorden, 30 januari 2016)