Er wordt gebeld. Ik word wakker. Even weet ik niet waar ik ben. Dan weer die bel. En een hard piepend geluid. Ik zie een spleet licht door het niet helemaal gesloten gordijn komen. Het is warm. Ik ben niet thuis. Oja, is ook zo. Ik ben in Amsterdam. Weer dat geklingel en gepiep. Het zijn trams. Ik neem een slok water van het kleine flesje mineraalwater dat door het hotel als verwennerijtje op het nachtkastje is gezet. Toe maar, denk ik.
Ik sta op en schuif het gordijn open. Beneden zie ik de trams en de taxi’s voorbij scheuren. Er wordt gewerkt aan de straat. Zo lang als ik hier in dit hotel kom, en dat is al jaren, wordt er gewerkt aan die straat. Een hele klus blijkbaar.
Ik ben Amsterdam met de jaren gaan waarderen. Dat was eerst wel anders. Maar eindelijk kan ik nu ook zeggen hoe mooi de grachten zijn. Eindelijk lukt het mij ook om eerst alle mooie en goeie dingen van die stad te zien, en dan pas te letten op de nare dingen. Want er is een boel moois te beleven. De boeiende geschiedenis. De muziek. Fijne restaurants met keukens van over de hele wereld. De kunstschatten, de vrije sfeer. Het is een fijne stad. Het is geen Utrecht, dat geef ik toe. Kan Amsterdam ook niet helpen dat het niet op zand gebouwd is. Een toren als de Domtoren in Utrecht zou nooit zijn blijven staan in de hoofdstedelijke blubber. En dat maakt Amsterdam misschien ook wel zo bijzonder. Net zoals de mensen in Californië onbewust altijd voelen dat die aardbeving kan komen en dat ze daardoor vurig uit het leven proberen te halen wat er in zit, zo zijn de bewoners van Amsterdam zich er misschien wel altijd van bewust dat ze op modder wonen onder zeeniveau en dat ze daardoor onbewust het merg uit het bot zuigen.
Ik geniet er van om in Amsterdam te zijn af en toe. Al moet ik daar ’s middags altijd wel even aan dat mooie lied van Guus Meeuwis denken waarin hij, ik geloof op bezoek in Moskou, zijn sleutelbos in zijn broekzak voelt en denkt aan thuis. Dan kan ik mij al verheugen op een donkere, rustige A28 oostwaarts.
(Dagblad van het Noorden, 25 februari 2017)