Het gras staat er nu wel weer mooi bij. Maar het was even spannend. Afgelopen zomer met die droogte was mijn buurman zo vriendelijk geweest om een pomp in de wieke te gooien en een sproeier op het gras te zetten.
Zo heeft mijn gras de droge zomer overleefd. Ondertussen was ik in Amerika waar ik in de woestijn van Oregon hoorde over de droogte in Nederland.
Toen ik weer in huis was en ik wilde gaan maaien, bleek er iets goed mis met mijn John Deere maaier. Hij deed het niet meer namelijk. Ik vermoedde dat ik de lichten aangelaten had de laatste keer dat ik gemaaid had. Accu leeg. Dus ik de oplader erbij. Hele nacht aan de stroom. Kom ik ’s morgens buiten, wil ik de maaier starten, wat hoor ik? Krekels. En een vogel. In de verte een auto. De maaier deed niks. Hij sloeg niet aan.
Het gras was inmiddels na de droogte wel weer aangeslagen. Het werd met de dag hoger.
De buurman heeft een echte professionele zitmaaier. Hij zou wel even komen. Hij parkeerde zijn mooie machine naast die van mij. Accu’s aan elkaar en vroemm. Hij liep weer. Ik kon gaan maaien. Moest ik ’m niet laten afslaan. De accu moest door de motor te laten draaien weer opladen. Kwam goed uit. Het gras was zo hoog inmiddels dat ik er sowieso twee keer overheen moest. Dus ik de hoed op en maaien.
Maar dit keer ging dat anders dan anders. Onder het maaien kom ik meestal mooi aan het denken. En als ik dan een ideetje krijg voor een muziekje, spring ik van de maaier en ren ik naar binnen om achter de vleugel het idee uit te werken en te noteren of meteen helemaal af te maken. Dit keer moest ik doormaaien. Als ik van de maaier zou stappen, zou-ie afslaan. En dat kon nu niet, want dan was de accu nog niet vol.
Ik maaide het gras twee keer. De accu was nu wel vol. Dacht ik. Dacht ik. Maar een paar dagen later wederom niks. Accu was leeg. Ik belde de zaak waar ik de machine in onderhoud heb. Er kwam een jongen langs. Hij haalde de accu eruit en zou ernaar kijken en waarschijnlijk een nieuwe bestellen.
Weken gingen voorbij. Ik hoorde niks. Ik durfde er ook niet zo goed achteraan te bellen. Ze zijn daar druk genoeg met grote trekkers van grote boeren. Kom ik aan met m’n mini John Deeretje.
Eergisteren toch maar gebeld. Het gras was echt lang inmiddels. Wat bleek: ze hadden er de dag na hun bezoek meteen een nieuwe accu op gezet. Maar ik wist dat niet. Ik had dus al weken gewoon kunnen maaien.
Ik moest lachen en ben snel gaan maaien. Heerlijk.
Ik maaide zingend dwars over de dikke zure appels die van de boom gevallen waren heen. Ik liet de mooie kabouterpaddenstoelen staan.
Ondertussen dacht ik na over een column. Iets over blokkeerfriezen, het Nedersaksisch en #metoo.
Dagblad van het Noorden, 13 oktober 2018