De koude regen sloeg tegen de ruitjes van het raam. Hij keek langs de druppels naar buiten. Daar was een eeuwenoud landschap te zien. Heuvels met oude wegen eroverheen. Wegen die nog door de Romeinen aangelegd waren.
Hij had altijd al van Frankrijk gehouden. Voor het eerst was hij er in een camper, met zijn oom en tante, neef en nichtje mee. Dwars door Frankrijk. Halverwege de jaren tachtig. Net geen kind meer. Nog lang niet volwassen. Voor het eerst had hij toen de grote graanvelden en de oude steden gezien. Maar dat was in de zomer. Nu was het november. Een half leven verder. Al was hij nog steeds niet werkelijk volwassen.
Hij logeerde er nu bij vrienden in het zuidoosten. Die woonden op een puntige berg in het heuvelende landschap. Op dat aard-puistje had een of andere hertog in de middeleeuwen van dikke stenen en dikke balken een stadje laten bouwen.
Een ooit goed te verdedigen plek. Nu des zomers een toeristische trekpleister. Maar in de zomer was het hem er te heet eigenlijk. In de winter vond hij het er prachtig. Dan kwam hij er het liefst.
Hij had een middagdutje gedaan en keek dus uit het raam. In de verte zag hij de wijnvelden, waarvan de druiven al geoogst waren. Die waren inmiddels geperst en het sap was al aan het gisten in de grote tanks van de kleine wijnmakers. Alle wijn uit dit bescheiden wijngebiedje werd opgedronken door de plaatselijke bevolking. Daarom was die wijn thuis niet te krijgen.
Hij zag de druppels regen langs de ruitjes naar beneden lopen. Net als dikke druppels wijn die aan de binnenkant van een glas naar beneden kunnen sijpelen. ,,Het glas huilt”, zeggen de Fransen dan.
Hij had onderweg naar deze plek nog overnacht in Orleans. Vooral vanwege Jeanne d’Arc. Dat vond hij een prachtig verhaal. Die had, aangemoedigd door goddelijke visioenen, een Frans leger zo gek gekregen om dusdanig hard te vechten tegen de Engelsen dat die het hazenpad kozen.
Ze vond dat Frankrijk voor de Fransen was. En dat de Engelsen op hun eiland moesten blijven. De Engelsen verloren. Frankrijk was weer van de Fransen. Uiteindelijk werd ze gek genoeg alsnog als heks op de brandstapel gezet. Slachtoffer van een smerig spel. Religie. Macht. Ook weer middeleeuwen.
En toch was hij ervan overtuigd dat de middeleeuwen lang niet zo duister waren als er in de boeken stond.
De middeleeuwers wisten niet dat ze in de middeleeuwen leefden. Van 500 tot 1500 na Christus, dat stempel is er pas later opgekomen.
Weten wij hoe ze onze tijd later gaan noemen? Weten wij precies wat er nu allemaal gebeurt en hoe ze er later op terugkijken?
Hij was klaar met het kijken uit het raam. Klaar met de middagrust. Klaar voor de rest van de dag. Hij liep naar de keuken waar zijn goede vriend zich in de handen wrijvend aan hem vroeg wat ze die avond eens samen zouden koken.
Zijn vrouw zat in de stoel te lezen en aaide de kat. De open haard brandde en Glenn Gould speelde Beethoven.
Hij wilde nooit meer naar huis.
Dagblad van het Noorden, 1 december 2018