Laatst dacht ik aan highway 20, de langste weg van Amerika. Meer dan 5000 kilometer van kust tot kust.
Vooral het westelijke gedeelte vind ik prachtig. Daar is het zo mooi leeg. En ergens daar, in de eenzaamheid van een woestijnachtig gebied, ligt een plaatsje met de naam Atomic City. Jaren geleden kwam ik er voor het eerst langs. In die piepkleine plaats, inmiddels is het bijna een spookstadje, heeft ooit de eerste, werkende kernreactor gestaan. In de jaren vijftig was er iets misgegaan. Daarom wilde ik er niet stoppen om te kijken. Doodsbenauwd voor radioactieve straling. Komt denk ik ook omdat de kernramp van Tsjernobyl nog zo vers in het geheugen ligt. Dat was eng toen. Je zag er niks van, je rook niks en toch was er vanuit het oosten een radioactieve wolk overgedreven. Je hoorde zwartgallige verhalen. En het was geen loze paniek. Koeien mochten niet meer grazen. Bladgroente was oneetbaar verklaard. Opa riep, tussen de spinazie en de andijvie vanuit zijn moestuin, tegen voorbijgangers dat ze wel ’n maoltie mochten hebben. Dat was het enige grappige wat ik me kan herinneren uit die tijd. Voor de rest alleen maar angst voor alles wat met atoom en bommen en kernenergie en zo te maken had.
We konden deze week lezen over een grote overzichtsstudie, die alle veranderingen in het Noordpoolgebied van de afgelopen vijftig jaar samenvat. Het blijkt echt goed mis daar. Er moet echt wat gebeuren. Windmolens gaan ons ook niet redden, lees je vaak. Zonnepanelen ook niet. Dat schijnt allemaal maar gerommel in de marge te zijn uiteindelijk. Windmolens vernaggelen ook nog eens het landschap. (Mensen die vanuit hun huis niet verder dan 10 meter kunnen kijken zijn vaker pro-windmolens.) Windmolens slopen bovendien de sociale verhoudingen in gebieden waar ze komen te staan. Hele velden vol met zonnecollectoren, het lijkt een mooie oplossing, maar de eerste negatieve verhalen komen nu ook naar voren. En bovendien: het is allemaal niet genoeg! Maar we willen wel allemaal stroom. En steeds meer. Dus we moeten wat.
Kernenergie hoor je steeds vaker als oplossing. Maar al dat afval dan? Dat blijf je tegenkomen. Al las ik laatst dat al het Amerikaanse kernafval van dertig jaar in een Walmart past. Dat zijn best grote supermarkten. Maar toch, minder afval dan ik dacht. Ze zeggen dat ze over een paar jaar een manier hebben gevonden om uit kernafval wederom energie te halen. Ze zeggen dat het probleem ‘kernafval’ veel makkelijker op te lossen is dan de problemen rondom C02-uitstoot. Ze zeggen.
Moeten we wachten tot een nieuwe Einstein de perfecte schone energiebron heeft gevonden? Of moeten we ondanks alle angst ervoor toch over op kernenergie?Gaat de wereld kapot als we allemaal overstappen op kernenergie of gaat de wereld kapot als we geen kernenergie willen?
Als ik op een heldere dag uit het keukenraam kijk, zie ik een grote wolk in de verte aan de horizon. Dat is de kerncentrale bij Lingen, in Duitsland. Als daar wat misgaat, zijn we ook hier zwaar de bok. Of zijn we sowieso al het haasje op planeet aarde?
Dagblad van het Noorden, 13 april 2019