Daniël Lohues wordt geboren op 16-02-1971 in Emmen. Zijn vader, organist en dirigent, neemt hem al vroeg aan de hand om de eerste muzikale stapjes te zetten. Als kleine jongen begeleidt hij op het Maarschalkerweerd orgel in de R.K te Erica wekelijks het kinderkoor en later het jongerenkoor alsmede de volkszang. Als de pubertijd zich aandient raakt Daniël geobsedeerd door de gitaar. Maar hij heeft geen gitaar. Hij heeft er om gesmeekt maar zijn ouders wilden dat hij verder ging op het kerkorgel. De gitaar werd een verboden vrucht die hij toch uiteindelijk in handen krijgt. 5 december 1984 krijgt hij zijn eerste gitaar. Van Sint Nicolaas, dus nog niet van zijn ouders. Hij leert zichzelf spelen. Vindt zijn voorbeelden in the Beatles, the Rolling Stones, Bob Dylan, Prince, Pink Floyd en Robert Johnson.
Met wat vrienden uit de buurt begint hij zijn eerste band. De eerste optredens vinden plaats op verjaardagfeestjes en feestavonden van de huishoudschool in Klazienaveen. Als hij negentien is, wordt hij gevraagd om bij The Charlies te komen spelen. Een populaire band die standplaats Emmen had verruild voor Utrecht. Hij pakt zijn gitaar en zijn tas en vertrekt naar die grote stad. The Charlies maken een CD, treden veel op en komen op de radio en de tv. Daniël begint liedjes te schrijven in de taal van thuis.
Met zijn viersporen thuisstudiootje op ‘n kamertje in een Utrechts studentenhuis maakt hij opnames van zijn nieuwe nummers. Met Maarten van de Helm en Marlen Davers gaat Daniël die liedjes spelen in de komkommerkas van Maarten’s vader, in het tuinbouwgebied van Erica. Het is 1994. Skik is geboren. Skik valt op. Niet alleen in noord en oost Nederland, ook de rest van Nederland, waaronder Hilversum, is enthousiast. Het eerste optreden van Skik vind plaats in het KRO radio programma Leidse Kade Live. De Silvox Studio in Bontebrug, GLD, geeft Skik carte blanche om een plaat te maken. Het titelloze debuutalbum wordt enthousiast ontvangen. De cd staat weken in de Moordlijst van OOR en andere Hitlijsten.
Optredens worden talrijker en groter. Skik staat op Pinkpop en ziet een groeiende schare enthousiaste fans ontstaan door het hele land. Skik ontvangt een Zilveren Harp. Daniël verhuist terug naar Drenthe. Een tweede cd, Niks is zoas ‘t lek, wordt gemaakt en grote platenmaatschappijen buitelen over elkaar om de band te tekenen. Skik kiest voor Universal. Er worden clips gemaakt en ‘Op Fietse’ wordt een hit. Elk festival van Nederland spelen ze plat. Klein en groot. Van Weilandpop in een weiland tot Parkpop in Den Haag, wederom Pinkpop en voor het eerst Lowlands. Nog meer Albums volgen. TV-programma’s, radio, optredens in elke hoek van het land. Naast “Op Fietse” komen de singles ‘Hoe kan dan Nou’, ‘t Giet zoas ‘t giet’, en ‘Ik ga als een speer’ hoog in de hitparade terecht. Jarenlang is het Skik wat de klok slaat.
Dan besluit Daniël dat het hoogste tijd is voor iets anders. Hij gaat produceren en songs schrijven voor anderen. Ondermeer Guus Meeuwis, Paul de Leeuw, Jenny Arean, Freek de Jonge en Kinderen voor Kinderen nemen Lohues’ songs op. Hij schrijft een lied voor de film ‘Van God Los’, maakt muziek bij commercials en begint met het wekelijks schrijven van een column voor het Dagblad van het Noorden.
Daniël wil ook zijn haat/liefde verhouding met de blues uitdiepen en besluit een bluesplaat te gaan maken in het zuiden van de VS. In Baton Roug, Louisiana vindt hij met de hulp van A&R manager Paul Zijlstra een mooie studio met een adressenboek vol plaatselijke bluesmuzikanten. Lohues & the Louisiana Blues Club is een feit. Hun eerste CD, ‘Ja Boeh’ valt in goede aarde. De film die Paul Ruven maakte over het ontstaan van Daniël’s nieuwe band gaat in première op het filmfestival in Utrecht. De Louisiana Blues Club wordt overgevlogen om een maandenlange tour door Nederland te doen. ‘Omdat het zo mooi gaat’ nemen Lohues & the Louisiana Blues Club een nieuwe CD op die Grip gaat heten. Een nieuwe tour krijgt een hoogtepunt als ze een voorprogramma mogen verzorgen voor de Rolling Stones in Nijmegen. Daarna is de blues voorbij.
Lohues doet ook een paar grote voorprogramma’s in zijn eentje. Zo mag hij bijvoorbeeld drie keer openen voor Van Morrison. Akoestisch. Allennig. De liedjes die hij schrijft om in zijn eentje uit te voeren zet hij op een plaat met de titel Allennig. Het idee is om er een vierluik, naar de seizoenen, van te maken. Allennig I is de winter. Daniël besluit het theater in te gaan om de Allennig liedjes live te spelen. Daar blijkt dat het verhalen vertellen, wat hij vanaf de Skik-tijd bij optredens al deed, in het theater nog meer tot bloei komt. Allennig wordt lovend ontvangen. Voor een lied uit de voorstelling, Annelie, krijgt Lohues de Annie MG Schmidtprijs. Allennig II komt uit, een nieuwe theatertournee door het hele land. Uitverkochte zalen en prachtige recensies. Het lied ‘Hier kom ik weg’ wordt veel gedraaid op de radio en het album staat 23 weken in de hitlijsten. Het nummer Baat bij Muziek komt in de hoogste regionen van de hitlijsten terecht.
Op veler verzoek besluit Daniël zijn columns voor het Dagblad van het Noorden te bundelen. Onder de titel ‘Zes Jaar Vrijdagmiddag’ ziet Lohues’ eerste boek het licht. Om zo veel mogelijk te kunnen doen wat hij leuk vindt, gaat Daniël zijn tijd anders indelen. De ene helft van het jaar optreden, de andere helft van het jaar liedjes schrijven, reizen en produceren. Herman van Veen wil Lohues graag als producer en ze gaan de studio in. Die CD gaat Nederlanders heten en bevat songs van verschillende vaderlandse songwriters. Dan schrijft Daniël de songs voor Allennig III. Er volgt wederom een vrijwel uitverkochte theatertour in steeds grotere theaters en soms zelfs meerdere avonden achter elkaar in de zelfde plaats.
Daniël hoort en ziet de nieuwe voorstelling ‘Na de Pauze’ van Herman Finkers. Daniël vraagt Finkers of er ook een studio CD komt van de liedjes uit dat programma. Finkers raakt enthousiast over dat idee en besluit er een bijzonder project van te maken. In verschillende studio’s met uiteenlopende muzikanten neemt Herman Finkers zijn bijzondere liedjes op, met hulp van Lohues. Ook komt er bij elk lied een filmpje waar ook Daniël soms in mee speelt. Daniël schrijft muziek op een gedicht van Willem Wilmink. Dat wordt uiteindelijk een kerstsingle waarop ook Herman Finkers te horen is. Het lied ‘Sneeuwen’ komt in de Top Tien terecht. Lohues produceert vervolgens het debuut album van de veelbelovende band WantWant. Ook schrijft hij veel muziek voor -en doet de productie van- het nieuwe Cuby + Blizzards album. Cuby’s eerste nieuwe CD sinds jaren wordt al snel goud.
Dan is het tijd om de Allennig serie af te sluiten. Een nieuwe plaat en een maandenlange uitverkochte tournee zijn het gevolg. Met het laatste applaus nog in de oren stapt Daniël in het vliegtuig naar New Orleans. In een studio op het platteland van Louisiana produceert hij de nieuwe plaat van Rob de Nijs. Een CD die juichend wordt ontvangen als een comeback-plaat. Daarna gaat Daniël op reis, om te denken over zijn volgende stappen. Als hij ergens op een Canadese prairie staat weet hij dat hij nog niet klaar is met het theater. Hij vraagt bij thuiskomst twee muziekvrienden uit Emmen, Guus Strijbosch op de contrabas en aanstormend snarentalent Bernard Gepken, om bij hem aan de keukentafel zijn nieuwe songs te komen spelen. Een paar weken later wordt een CD opgenomen die Hout Moet is gaan heten. De radio draait de liedjes ‘Prachtig mooie dag’ en ‘Aordig doen tegen mensen die niet aordig doen’ letterlijk grijs. Een indrukwekkende theatertour wordt in juni afgesloten. Het album Hout Moet staat maandenlang in de hitlijsten.
Songs voor zijn aankomende album stapelen zich op. Ook maait hij regelmatig zijn gras en heeft hij inmiddels zijn rijbewijs gehaald.