Toen ik tiener was, zat ik vaak te dagdromen over hoe het geweest zou zijn om tweehonderdvijftig jaar eerder geleefd te hebben. Het leek mij heel mooi. Dan was ik een molenaar met een watermolen bij een beek in een groen, glooiend gebied. Dan maalde ik het koren van de boeren uit de buurt. Bakte ik een brood van het meel dat dagelijks tussen de maalstenen was achtergebleven. Dan braadde ik een fazantje dat ik had zien lopen tussen de grote beukenbomen en met mijn kruisboog geschoten had. En des avonds dronk ik een beker zelfgebrouwen bier en verlangde ik naar de vrouw die ik maar één keer had gezien en gesproken en waarvan ik vanaf toen meteen wist dat ze de ware was. Met haar schitterende ogen in gedachten, liggend in mijn bedstee, zou ik de holle roep van de uil steeds verder weg horen, tot ik in slaap viel.
Toen ik tiener was, waren we bang voor De Bom. Kernenergie. We waren neerslachtig van de verhalen over zure regen. De wereld leek zo lelijk. Irak – Iran. Afghanistan. Falklandoorlog. Ierland. Verhalen over economische crises. Werkloosheid. En net toen we de leeftijd kregen waarop je aan seks gaat denken, kwam aids.
Ik heb een mooie jeugd gehad. Het heeft ons aan niets ontbroken. Toch drukte het dagelijkse nieuws een gitzwart, vettig stempel op hoe de toekomst eruitzag. Dat zit toch blijkbaar in de mens. Altijd kijken naar de toekomst. Als die er zwaarbewolkt uitziet, ben ik blijkbaar iemand die dan wegdroomt naar een heldere lucht boven een glooiend gebiedje met een watermolen.
De wereld van vandaag lijkt vele malen deprimerender te zijn dan toen ik een tiener was. Ik zal het hier allemaal niet gaan opnoemen waardoor dat komt. U weet het. En anders kunt u het wel lezen in bijna alle andere zinnen die in deze krant geschreven staan. Ik volg het allemaal op de voet. Je wordt er niet vrolijker van. Soms krijg je zelfs het gevoel dat je je niet meer thuis voelt in deze wereld. Daar zijn er heel veel van, denk ik: mensen die zich niet meer thuis voelen in deze wereld.
Wegdromen naar de watermolen doe ik niet zo vaak meer. Ik kwam erachter dat je, hoe verrot de wereld ook is, achter de horizon van angst of schouderophalen dingen vindt waardoor je niet weg hoeft te dromen naar andere eeuwen om je toch thuis te voelen in je eigen tijd. Schitterende ogen. Liefde.
Dagblad van het Noorden, 16 november 2024
Abonneer je hier op de nieuwsbrief en de wekelijkse column van Daniël Lohues!