Twintig jaar geleden schreef ik met Pasen mijn allereerste column. Het Dagblad van het Noorden verscheen voor het eerst en hun leus was: ‘Voor het Noorden, door het Noorden.’ Daar kon ik me wel in vinden. Ze vroegen me, ik zei ja en begon te schrijven. Ik heb altijd doorgeschreven. Ook tijdens de zogenaamde vakanties. Ik doe niet aan vakantie. Ga wel graag op reis. Maar dat is wat anders. In den vreemde kom je vaak dichter bij waar je vandaan komt. Aan thuis denken, in een hotel ver weg: in het verleden kwamen daar nog weleens spannende races tegen de deadline van. Dan moest ik de column doorsturen, maar destijds was er nog lang niet overal internet. Moest ik in bijvoorbeeld Missoula, Montana haastig op zoek naar een soort copyshop waar je tegen betaling een poosje online kon. Ook heb ik een keer ouderwets woordje voor woordje de column doorgebeld vanaf een tropisch eiland aan de andere kant van de wereld.
Ik heb in die twintig jaar ontzettend veel brieven en mails ontvangen van lezers. Kreeg veel mooie complimenten, waarvoor mijn grote dank. Soms kreeg ik ook trammelant. Ik schreef bijvoorbeeld een keer stoute woordjes over de islam. Dat heb ik geweten. Niet dat de Hofstadgroep bij mij op de dam stond, nee, boze mails van noordelijke boomsters die me uitmaakten voor rotte vis en schreven dat ik maar beter liedjes kon blijven maken in dat ,,achtergebleven Zuidoost-Drenthe’’. Nog bozere reacties kreeg ik toen ik mijn vraagtekens zette bij de lichtuitstoot van tuinbouwkassen. Goeie genade, wat een toestand werd dat… Eén kweker wilde mij zelfs de ramen ingooien. Raar dreigement voor een glastuinbouwer, als u het mij vraagt. Maar ja, toe maar. Gelukkig zijn er inmiddels wetten voor dat lichtprobleem. Nu moeten die wetten alleen nog nageleefd worden. Of het lost zich vanzelf op. Dat kan ook.
Mijn allereerste column ging over het paasvuur. Nu is het wederom Pasen. Maar voor het eerst is er dit jaar bij ons op het dorp geen paasvuur. Waarom dat is, daar ben ik nog niet helemaal achter. Ik zal het wel horen dit weekend. Misschien fietsen we met de kameraden wel even naar Weiteveen. Daar mogen we vast wel even bij het vuur komen staan.
Ik hoop dat het Dagblad van het Noorden nog heel lang mag bestaan. Ben ook weleens gevraagd door een andere krant om daar columns voor te schrijven. Maar de leus ‘Voor het Noorden, door het Noorden’ heb ik nog altijd hoog zitten.
Op naar de toekomst! Zalig Pasen iedereen!