Deze afslag neem ik al jaren en jaren niet meer. Vandaag opeens wel. En ja, daar staat het gebouw. Die middelbare school waar ik het ooit anderhalf jaar uitgehouden heb. Ik parkeer de auto om er wat langer naar te kijken. De school is niks veranderd. Ik eigenlijk ook niet.
Ik zie de lokalen waarin ik zo gelachen heb. Bijvoorbeeld toen die ene stille, coole jongen midden in een les, zonder wat te zeggen zijn tas inpakte en naar de deur liep. Een briezende leraar die riep: ‘Waar gaat dat heen?!’ Het antwoord was: ‘Moet mien zussie van schoele haaln, half viere wul ik daor staon.’ Hij verliet volstrekt relaxed het lokaal. Geweldig. De leraar stond met beide handen in de lucht te zoeken naar woorden. Wij zagen de grote okselzweetplekken in z’n overhemd. Ik kwam niet meer bij.
Ik zie het schoolplein en de gymzaal. Dit was zelfs voor die dagen een ouderwetse school. Voor we ’s morgens naar binnen mochten, moesten we in de rij staan. Daar werden sommige jongens heel dwars van. Ik ook. Als de leraar die ons in de rij moest krijgen op millitaire toon begon te schreeuwen, mompelden we steevast iets over nazi’s of iets anders wat met de oorlog te maken had.
Dat hebben we geweten. Vaak het plein moeten vegen. Dikke preken. We waren ‘schorriemorrie’.
En die gymzaal. De misselijkmakende geur alleen al. Ik wil er niet eens meer aan denken. Los van het lachen, waar altijd straf op volgde, heb ik me er anderhalf jaar slecht gevoeld.
Heb ik dan echt helemaal geen goeie herinneringen daar? Jawel. Dat laatste gesprek in de directiekamer. Een zwetende man in een bruin jarenzestigpak die tegen me zei dat er nooit wat van mij terecht zou komen. Ik zei dat hij het mis had, me niet begreep en dat ik niet eens zou willen dat hij me begreep. En dat ik nooit meer terugkwam. Ik ben opgestaan en weggelopen. Nooit meer terug geweest. Pas nu sta ik weer voor die school.
Als ik de wagen start, verder rijd en weer afsla naar vandaag, vraag ik me af of er nog steeds leraren zijn die tegen sommige leerlingen zeggen dat er nooit iets van ze terecht gaat komen.
(Dagblad van het Noorden, 10 juni 2017)