Het was net zulk weer als van de week. Geen vuiltje aan de lucht. Maar Bas zag de bui al hangen. Hij zou haar nooit weer zien. Het was in de brugklas. Daniëlle had in het eerste uur bekendgemaakt dat haar vader een baan had gekregen aan de andere kant van het land. Ze zouden gaan verhuizen. Bas wist eigenlijk niet eens dat hij verliefd op haar was. Maar dat bleek wel na deze bekendmaking. Bas kon in de kleine pauze zijn dubbele boterham met Bebogeen zowat niet wegkrijgen. Dat was hem nog nooit gebeurd.
Mooie ogen had ze. Lang, donker haar. Een beetje krullend. Ze had altijd mooie kleren aan. Lichtblauw. Roze. En ze had een trui van Fame. Die mooie krulletters. Die droeg ze soms. Bas wilde ook zo’n trui. Maar dat was voor meisjes, zei iedereen. Bas vond Fame geweldig. De film, de serie. Zo’n school waar iedereen bezig was met muziek en dans. Dan zou hij wel beter opletten. Bas wilde dan zoals die Bruno zijn, die pianist. Dat was hij al een beetje, vond hij zelf. Thuis zat hij urenlang muziek te maken. Zelf dingen bedenken. Maar het was niet zoals bij Fame. Daar konden ze het voor de hele klas uitvoeren. Maar hier dus niet. Geen applaus. Het tegenovergestelde. Met gymnastiek liep Bas achteraan te puffen. Dit tot groot vermaak van de anderen. Hij was blij dat de jongens en de meiden apart gymnastiekten. Dan kon zij hem tenminste niet uitlachen.
Ze lachte hem soms wel toe. In de grote pauze ook weer, op het grasveld, toen het net zulk weer was als van de week. Dwars door alle gegil en gedoe van honderden scholieren vonden Bas en Daniëlles blikken elkaar. Het leek even stil. Ze keken verlegen weg. Ja, het was wel duidelijk. Verliefd. Maar dat kon Bas natuurlijk niet laten merken. Dat is gek. Je bent enorm verliefd, maar doet verschrikkelijk je best om het niet te laten blijken.
Toen Bas na het laatste uur in de fietsenkelder zijn fiets van het slot haalde, zag hij dat zij naar hem toe kwam lopen. Hij deed zijn boekentas iets langzamer dan anders onder de snelbinders en trok verveeld z’n fiets uit het fietsenrek. Zij ging voor hem staan. Ze zei hoi. Hij zei ook zoiets. Het bleef even stil. Bas wilde van alles zeggen. Hoe verliefd hij was. Zo erg dat hij, nadat ze die morgen verteld had dat ze ging verhuizen, zijn dubbele boterham met Bebogeen zowat niet wegkreeg. Zo verliefd dat hij ervan droomde dat ze samen op een soort Fame-school zouden zitten. Hij wilde zeggen dat ze het mooiste meisje van de wereld was. Maar Daniëlle begon. Ze vroeg of Bas het erg vond dat ze ging verhuizen. Bas ratelde van bovenuit de hals dat hem dat niks kon schelen en waarom ze dacht dat hem dat wat uitmaakte en dat er genoeg meisjes op school waren en waarom hij zich druk zou maken om haar. Ze begon te huilen en rende weg.
‘s Avonds thuis speelde Bas piano en huilde hij zijn toetsen nat.
Dagblad van het Noorden, 5 juni 2021