Af en toe ging ik even naar dat mooie Franse, middeleeuwse pleintje om op het terras te zitten. Tussen de eeuwenoude gebouwen met prachtige bogen en torentjes stonden een paar bomen met daaronder tafeltjes en stoeltjes. Nu ik er wat vaker kwam, begon ik al mensen te herkennen. Er kwam een beetje een alternatief publiek. Paar lui met dreadlocks en zo’n grote pet op. Dames met losse kleding en tattoos. Veel zware monturen. En die vrouw met die grote, grijze bos krullen en altijd kleurige verf in de broek zag ik ook elke keer. Twee Engelse heren met pastelkleurige overhemden en een klein, wit hondje zaten er ook vaak. Ik begon te zien dat het een heel mooi groepje vaste bezoekers was. Op het eind van de dag mocht ik er graag even zitten. Op het plein onder de overdekte marktplaats stonden dan vaak wat jonge mensen mooie, oude muziek te spelen. Franse doedelzak. Spaanse gitaar. Muziek van daar. Het past prachtig bij de Zuid-Franse, middeleeuwse sfeer.
Van de week zat ik er weer even. Het begon zachtjes te regenen dus ik verhuisde naar een stoeltje onder de grote luifel van het café. Zo kwam ik naast een man te zitten die een glaasje pastis dronk. Aan de andere kant naast me zaten mensen lekker wat te eten van wat kaas en brood. Trosje kleine, blauwe druifjes erbij. Dat mocht hier. Je mocht zelf eten meenemen. Als je maar wat te drinken bestelde. Dat deden ze wel. Dat kwam wel goed.
De man met de pastis begon tegen me te praten. Toen ik terug begon te praten, schakelde hij al snel over op het Engels. Hele verhalen had hij. Hij was op bezoek bij z’n moeder. Die woonde in de heuvels daar richting het wijngebied. Zelf woonde hij in Frans-Guyana. ,,East from Suriname’’, zei ik. Hij keek me aan, maakte een maaiend gebaar over het terras en zei dat niemand hier wist dat Frankrijk Frans-Guyana heeft. Hij had er mooie verhalen over. Ik kreeg zijn kaartje en was er altijd welkom. Kreeg ook nog een nummer van een vriend van hem in Suriname. Voor als ik een keer naar Suriname zou gaan en daar met de politie te maken zou krijgen, of geen geld op kon nemen. Dan kon ik naar Frans-Guyana komen. Beste plek op aarde, zei hij. Ik droomde even weg. Voor het eerst in weken had ik zin om naar huis te gaan.
Dagblad van het Noorden, 18 september 2021