Laatst las ik ergens dat stedelingen die straks al bijna een jaar thuiswerken, steeds vaker overwegen om te vertrekken uit de stad. Nu blijkt dat ze niet per se naar een kantoor hoeven elke dag, willen ze verhuizen. Het is voor hun werk niet meer nodig om in de stad te wonen. Ze hebben blijkbaar een droom om op het platteland te wonen. „Lekker buiten wonen”, noemen ze dat.
Het is maar wat je lekker vindt.
Weten die mensen dan niet dat het hier helemaal niet fijn is? Ze hebben een droombeeld. Maar het is heus geen pretje om dorpeling te zijn. Er gebeurt hier niks verder. Ja, soms vliegt er een vogel voorbij. Maar die hebben vaak maar één vleugel omdat ze door een 150 meter hoge windmolen zijn gevlogen. Daar staat het hier vol mee. Voor de rest is het leeg. Zoals het hele bestaan hier. En bovendien versta je hier niemand. Als er al iemand een keer wat zegt.
Blijf toch in vredesnaam in de stad, beste stedeling. Kom in godsnaam niet naar hier. Ja, een weekendje is leuk. Of een midweekje in een huisje. In het voorjaar. Of de zomer. Dan doen wij ook wel wat losjes. Ook alleen maar voor de toeristen hoor. Als jullie weer weg zijn, is alles weer zoals het sinds 1928 was. Wat er toen gebeurd is krijgt u nooit te weten. Niemand hier zal daar ooit over spreken.
Wat ik zeg: een weekendje is leuk. Een midweekje. Maar wonen? Ik zou het niet doen. U heeft echt geen idee.
Hier eet men nog vlees. Afkomstig van een dier. Hier drinkt men nog melk. Afkomstig van een dier. Water komt hier uit de put waar iedereen in zit. Je kunt kilometers kijken hier in dit uitzichtloze tranendal.
Het paradijs bestaat niet. Dat is al lang verdwenen. Dat paradijs zit in uw hoofd. Ga dáár dan heen, af en toe, zou ik zeggen. Dat voorkomt teleurstelling.
Elke plattelander heeft juist de droom om naar de stad te verhuizen. Omdat wij weten hoe het hier echt is. Wij willen allemaal juist graag met veel mensen boven op elkaar leven. Erbij horen. Tegen elkaar op leven. Maar ja, dat is niet voor iedereen weggelegd. Wij kennen onze plek.
Met de groene rubberlaarzen aan, vast in de zuigende modder.
Natuurlijk, even voor de duidelijkheid, u bent van harte welkom hoor. Daar gaat het verder niet om. Maar als het niet bevalt, kom dan niet met: „Ja, jij altijd met je positieve verhalen over het platteland.”
Dagblad van het Noorden, 9 januari 2021