Toen ik thuiskwam, na een paar dagen overver, zag ik dat mijn grijze container, als enige in de straat, nog aan de weg stond. Ik wilde hem mee terug naar huis sleuren, maar hij bleek nog vol. Dat was vreemd. In mijn afwezigheid had neef B. de container op het juiste tijdstip voor mij naar de straat gebracht. Dat was goed gegaan. Wat was er dan gebeurd? Ik besloot de container te laten staan. Eenmaal in huis belde ik even met mijn moeder om te zeggen dat ik terug was en ik vertelde haar over de container. Ze zei dat de container-ophaaldienst, vanwege een nieuwe automatische vuilniswagen, graag wil dat de containers op precies dezelfde plek staan als waar zij ze de laatste keer neergezet hebben na het leegmaken. Daar moest ik even over nadenken. Dat bericht had mij niet bereikt. Bovendien had ik de vorige keer de container niet naar de weg gesleept. Met ’n eenpersoons huishouden heb je zo’n ding niet in veertien dagen vol. Dus. Daar stond mijn container. Vol aan de straat. Ik besloot een mailtje te sturen naar het bedrijf dat de containers leegmaakt. Gewoon een vriendelijk berichtje. Vervolgens ben ik op de fiets gestapt om even keihard door de nacht te fietsen. Mag ik graag doen. Kun je mooi denken. En ik maar prakkezeren over die container. Wat was hier aan de hand? Ik begon te denken dat ze mij door de container expres niet te legen, duidelijk wilden maken dat ik het niet goed gedaan had. En dat ik nu met een stampvolle container terug moest naar huis. Want het is verboden een container aan de straat te laten staan. En dan? Dan moet ik het afval maar verbranden. Maar dat is al helemaal verboden… Zucht… Automatisering in de afvalverwerking… Mijn container was tussen wal en schip geraakt. Ik begon te denken aan hoe mis dingen kunnen gaan bij echt serieuze zaken, zoals in de zorg of zo. Dat ménsen tussen wal en schip kunnen raken doordat er opeens geautomatiseerd moet worden. Mooi voor een felle column dacht ik. Ik was er helemaal klaar voor. Maar de volgende morgen had ik een vriendelijk mailtje terug van de afvalverwerkers. Dat ze nog wel even ‘langs kwamen fietsen’ om mijn container te legen. Met vriendelijke groeten. Niks aan de hand.
(Dagblad van het Noorden, 3 mei)