Bert laat de auto vast lopen. Dan is het straks de eerste paar kilometers niet zo koud en is de voorruit vast ontdooid.
Kan hij nog snel binnen even een bakje koffie nemen en zijn haar kammen. Hij moet al vroeg in het westen zijn. De vorige keer kwamen ze bij hem op kantoor. Toen hadden ze ’s middags afgesproken omdat het wel ‘een eindje rijden’ was voor de mensen uit Rotterdam. Maar toen er een vervolgbespreking moest worden gehouden in Ridderkerk, werd er door die zelfde mensen voorgesteld om ’s morgens om negen uur daar op kantoor af te spreken. Dan hadden ze ‘lekker de hele ochtend’. Bert vond het best. Die hoor je daar verder niet over. Hij denkt er wel wat van. Maar niet belangrijk verder. Niet piepen over zulke dingen.
Diana kwam bijna al weer thuis. Ze moest plotseling een zieke collega vervangen. Er waren veel zieken de laatste tijd. Ze had zelf ook wel last gehad. Toch een beetje in de keel steeds. De maag ook onrustig en zo’n wattig gevoel in het hoofd. Dan weer warm, dan weer koud. Maar net niet helemaal ziek. Ja, in het weekend had ze wel veel geslapen. Toen had ze het ergste er wel uitgezweet. Maar helemaal fit was ze nog niet. Het ging op zich wel, dus ze had gezegd dat ze wel in kon vallen voor haar collega. Iemand moet het doen. Het werk gebeurt niet vanzelf. Het zijn malle uren ja. Ze was ook wel van plan om ergens volgend jaar of zo aan te geven dat ze liever dagdiensten draait. Al die jaren in de nachten, het is niet niks. Maar ja, toe maar. Niet piepen.
Bert rijdt al bij Zwolle. Het is druk onderweg. Veel busjes van bouwbedrijven. Allemaal vroeg op pad. Bert heeft de radio aan. Hij slaat met één hand zacht het ritme van een liedje mee op zijn stuur. Hij denkt aan Diana. Die zal al wel thuis zijn inmiddels. Hij hoopt dat zij voor vanavond chili con carne gaat maken. Daar kan hij zich nou al wel op verheugen. En misschien kunnen ze daarna samen achter de computer verder op zoek gaan naar een vakantiebestemming. Mexico dit jaar misschien. Kijken of ze daar net zulke lekkere chili con carne hebben. Bert glimlacht en stuurt Diana een appje.
Diana is net thuis. Ze leest het appje van Bert en glimlacht ook. Ze stuurt een hartje terug en gaat douchen. Ze denkt aan een verre vliegreis. Mexico. Ja, dat zou mooi zijn. Ze werken er hard genoeg voor. Ze hebben het wel verdiend na al die toestanden met haar zus. En met Bert z’n werk. Wat een gedonder. Echt niet mooi. Het is ze allemaal niet in de koude kleren gaan zitten. Maar goed, dat is allemaal op zich goed gekomen en er zijn wel mensen die ergere dingen meemaken. Niet piepen. Gewoon doordoen. Wat moet je anders? Je kunt er toch ook niet bij gaan liggen? Gewoon door. Net als iedereen.
Dagblad van het Noorden, 26 januari 2019