Het is een prachtige, oude stad. Ik loop hier graag even door de middeleeuwse straatjes. Dan ga ik altijd even koffie drinken in dat monumentale café. Of is het een restaurant? Vroeger zou het een herberg heten, denk ik. Misschien is het al die eeuwen wel zo’n soort tent geweest. Een plaats waar kooplui, reizigers, troubadours en flierefluiters even rust hielden.
Nu zitten er scholieren en dames die even uitrusten van het winkelen. Genoeg te winkelen hier. De straten hangen vol met uithangborden van winkels die je overal in alle steden ziet.
In de hoek aan een tafeltje zitten een jongen en een meisje. Jaar of zeventien, denk ik.
Hij heeft misschien nog wel een gladder gezicht dan zij. Ze hebben een gezonde kleur. Ze hebben misschien wel net gym gehad op school en dan nu een tussenuur of zo. Ze maken over en weer grapjes. Ze lachen hard maar ook verlegen. Ze kijken elkaar soms diep aan en dan pakken ze behendig hun telefoon. Een snel berichtje wordt verstuurd. Dan pakt het meisje opeens zijn telefoon. Hij maakt met overslaande stem een opmerkelijk geluid en wil z’n telefoontje terug. Ze kijkt snel even op zijn schermpje. Dan geeft ze de telefoon terug. Hij pakt haar hand en houdt die stevig vast. Ze probeert haar hand terug te trekken. Maar hij trekt haar half over het tafeltje naar zich haar toe en fluistert iets in haar oor. Hij laat haar los en ze valt terug in haar stoel. Hij kijkt haar recht aan en glimlacht. Zij kijkt een beetje geschrokken en begint te blozen. Prille liefde. Verliefdheid is van alle tijden. Ontroerend. Hij staat op en loopt naar de bar om de twee drankjes af te rekenen. Zij loopt vast naar de deur. Ze lopen de straat op en verdwijnen om de hoek.
Ik besluit ook te gaan. Ik loop nog een half uurtje langs eeuwenoude gevels en fantaseer wat over de eeuwigheid.
Terug bij de auto zie ik op de hoek een jongen en een meisje staan. Ze plagen elkaar een beetje en lijken ook al zo verliefd. „Die jongens hebben tegenwoordig werkelijk allemaal het zelfde haar en de zelfde kleren aan”, denk ik nog. Maar als ik goed kijk, zie ik dat het dezelfde jongen is als net in dat cafeetje. Het is een ander meisje.
(Dagblad van het Noorden, 21 mei 2016)