Vanmiddag liep ik rond in een echte grote stad. Ik luisterde naar de stadsgeluiden. Die eeuwige zware ruis onderin. Daar op het geluid van optrekkende en remmende auto’s, gepraat van mensen, af en toe een schreeuw, getoeter bij stoplichten en het gillen van politiewagens en zo. Opeens, boven op die kakofonie, hoorde ik vanmiddag iets bijzonders in de verte. Een vlaag muziek uit een compleet andere wereld.
Ik sloeg de straat in waar het geluid vandaan kwam. Ging nog een hoek om en stond opeens op een pleintje. Daar hoorde ik muziek die mij recht in de ziel schoot. Prachtig. Alsof je moeder Maria iets hoort fluisteren tegen haar zoon. Een vrouw met een dwarsfluit speelde het. Tranen jeukten mij achter het witte van het oog. In het hoofd gingen luiken open waar mooie beelden uit mijn jeugd als vlinders uit fladderden.
Ze speelde de Allemande uit de Partita voor solo fluit in A mineur van J.S Bach. BWV 1013. Google maar eens, als u het nog niet kent. Ik stond met open mond te luisteren. Ben er bij op een muurtje gaan zitten. De vrouw zag me zitten. Ze speelde mooi door. Ze zag er niet per se uit alsof ze altijd op straat speelde. Zo klonk het ook niet. Ze speelde de hele partita. Ik was de enige die was blijven zitten. Wilde haar wat geven. Toen pas viel me op dat ze geen hoed of pet of zo voor zich had staan. We raakten aan de praat. Ze vertelde dat ze die avond met een orkest Mozart zou spelen, hier een eindje verderop. En dat ze altijd op tournee, in de stad waar ze dan was, bij mooi weer, ergens buiten in haar eentje fluitsonates van Bach ging spelen. Gewoon omdat ze dat kon en dat ze vond dat iedereen zoveel mogelijk zijn of haar talent moet delen met de wereld.
Ze zei: „Iedereen heeft talenten. De een kan mooi tekenen. De ander kan goed mensen verzorgen. Een kan geweldig een huis bouwen en de volgende kan fijn koken. En als je het kunt, moet je het ook doen! Maar ik denk dat het wel belangrijk is dat je juist móóie dingen moet doen met het talent dat je gekregen hebt. Je talent misbruiken voor lelijke of slechte dingen is zo ondankbaar.”
(Dagblad van het Noorden, 18 oktober 2014)