Aan het eind van een lange dag rijden door Idaho en de staat Washington, kwam ik terecht in een plaatsje met een houten hotel. Ik vroeg of ze nog kamers hadden en zeven minuten later waste ik mijn gezicht in een koele kamer. Ik deed een klein dutje. Daarna ging ik maar eens even kijken op straat. Je kon zien dat het stadje ooit een goeie tijd had beleefd en dat er daarna de klad in was gekomen. Maar zoals in zoveel van zulke plaatsen maken de mensen er zelf op een gegeven moment weer het beste van. Leuke restaurantjes. Bloembakken langs de straat. Paar winkeltjes en dus dat hotel waar ik verbleef.
Na honderd meter lopen in de hete avondzon, stond ik voor een restaurantje waar ze hun eigen bier brouwden. Ik ging aan de bar zitten naast een oude man in een tuinbroek. Verderop zaten wat jongelui met dreadlocks en hippiekleren. Ik bekeek het menu dat op een schoolbord geschreven stond, en bestelde een glas hoppig, koud bier.
Al snel werd het behoorlijk druk in het leuke tentje. Mensen van allerlei pluimage gingen aan een tafeltje zitten en deden hetzelfde als ik. Eten en bier bestellen. Ik nam trouwens chicken noodle soup, maar ze hadden ook vegetarische meatloaf. Opeens ging de muziek uit en liep er een jongen met een bruine hoed op met zijn gitaar naar een mini-podiumpje voorin de zaak. Iedereen stopte met praten. De jongen stelde zich voor. Vertelde waar hij vandaan kwam en waar hij gisteren gespeeld had. En dat hij soms verlangde naar het huis waar hij opgegroeid was, maar daar kon hij niet meer naar terug. Zijn vader was overleden en zijn moeder verhuisd naar Californië. Daar ging zijn eerste lied over. Hij zong vol overgave en begeleidde zichzelf ambachtelijk op zijn vintage Guild-gitaar. Alles onversterkt. Geen microfoon. Geen dikke boxen. Gewoon zo. Iedereen luisterde.
Zo speelde hij een dik uur. Eigen nummers regelrecht in de folktraditie van Amerika. Mensen dronken en aten. Maar ze verstonden elk woord van elk lied. Hij ging rond met de hoed. At en dronk zelf ook wat. Ik raakte met ‘m aan de praat. Hij vertelde dat hij al jaren zo leefde. Van plaats naar plaats trekken en kijken waar hij kon spelen. Meestal regelde zo’n café wel een overnachting en sowieso wat eten en wat centen. Door heel Amerika trok hij. Met zijn liedjes over weemoed, verdriet, liefde, politiek en mensen.
Dagblad van het Noorden, 19 augustus 2023