Het is vrijdagmiddag. De zon staat laag aan de hemel. Het magische gele licht beschijnt het dennenbosje aan de horizon. Het land is leeg. De suikerbieten zijn geoogst. Enorme hoeveelheden bieten heb ik voorbij zien rijden in grote karren, voortgetrokken door reusachtige trekkers. Alles wordt steeds groter, lijkt het soms.
Een mooie grote suikerbiet, daar kun je een goeie lampion van maken. Wij deden dat eerder weleens. Een suikerbiet uithollen, gaatjes erin boren, waxinelichtje erin, kapje er weer op, touwtjes eraan en klaar. Die smaak van die stukjes uitgeboorde suikerbiet vergeet je nooit meer. Heel erg zoet met een diepe grondsmaak.
En dan gingen we langs de huizen. Liedjes zingen. Kreeg je mandarijntjes. En bij sommige mensen een minimarsje. Of een koetjesreep. Ik vond het best wel eng om zomaar te gaan zingen bij mensen voor de deur, maar vond het toch een prachtig feest.
En heilige Martinus vond ik een coole heilige. Die was lang geleden, nog voor de Middeleeuwen, op een dag een beetje op zijn paard aan het rijden. Opeens kwam hij een arme bedelaar tegen. Het was geen best weer. Koud en regen. De bedelaar had alleen een hemd aan. En hij had gaten in zijn broek en liep op sandalen. Heilige Martinus had het niet koud. Die was bisschop. Dan heb je mooie kleren. Hij had een grote rode mantel om, maar sneed die met zijn zwaard in twee stukken. Een stuk gaf hij aan de vernikkelde bedelaar. Opa vertelde ons dit verhaal en zei erbij dat we dat symbolisch moesten zien. Dat heilige Martinus dus iemand was die alles deelde met de armen. En dat het rood-witte wapen van Utrecht de door de helft gedeelde mantel van Martinus verbeeldde. Opa vertelde de meest fantastische verhalen over heilige Martinus. Maar die verhalen kan ik nergens terugvinden. Niet in boeken, niet op internet. Misschien heb ik nog niet goed gezocht. Zal er zo eens even weer induiken. Sint Maarten is een prachtig feest. Ik hoop dat ik straks de zuiverende klanken van onschuldig kindergezang krijg te horen aan de deur…
Goeie genade! Ik heb helemaal geen snoep in huis! Snel nog even naar de winkel. Kan ze moeilijk een augurk of een helft van mijn nieuwe winterjas aanbieden.
(Dagblad van het Noorden, 12 november 2016)