Op de snelweg langs Schiphol is het zelfs laat op de avond nog druk. Er komt een vliegmachine laag over om te landen tussen de lange lijnen van lichtjes. Een bevleugelde buis vol vermoeide mensen. Waar komen ze vandaan? Waar gaan ze heen?
Alleen kijken naar Schiphol wekt al reislust op. Al is het gevoel van vrijheid dat je voorheen bij het betreden van de vertrekhal al kon ervaren wel een beetje verschrompeld sinds er millitairen met de vinger aan de trekker overal op en rond de luchthaven staan. Ik rij door.
De snelwegen rond Amsterdam zijn metropolitisch breed geworden. Alleen heeft Amsterdam nog steeds geen grootsteedse skyline. Misschien zijn wolkenkrabbers er niet mogelijk. Onze hoofdstad is niet gebouwd op vaste grond.
Ik sla af richting Amersfoort. Flitsende stationwagens knallen me voorbij. Bij Hoevelaken draai ik de A28 op. Geen verlichting meer boven de weg. Hier begin je pas echt te rijden. Vanaf hier zie je op dit uur auto’s en vrachtwagens geen onverwachte manoeuvres meer maken. Strakke rijders. In een flits zie ik het tankstation, waar ik soms wel eens stop, er verlaten bij staan. Vorige keer dat ik er was stond het er vol met moslimmannen, waarvan sommigen in klederdracht. Dat zie je de laatste jaren vaker bij tankstations tijdens de ramadan. Gaan ze daar ’s nachts gezellig bij elkaar staan om te praten en te snoepen. Er was ook politie bij. Niet dat er wat was of zo. Ze stonden gewoon gezellig met elkaar te keuvelen.
Op de Veluwe is het rustig. Dan ben je zo in Zwolle. De brug over de IJssel golft onder me door. Niet veel later rij ik langs Staphorst. Even verder slaan een stuk of wat auto’s af naar Friesland. Ik scheur door een mistbank. Bij Hoogeveen gaat een rijtje auto’s er af richting Groningen. De snelweg is nu leeg. Het is laat. Nog een mistbank. Nog een. Da’s nou Drenthe, denk ik hardop. Bij de afslag Emmen haal ik een plotseling opdoemend paars autootje in dat 100 rijdt. Een eenzaam gezicht. Wie zal dat zijn? Waar gaat die auto naartoe? Waar gaan al die mensen naartoe die ik vannacht onderweg zag? Je weet het niet. Maar ik weet wél waar ík naartoe ga. Naar huis.
(Dagblad van het Noorden, 1 juli 2017)