Wat een bramen! Joekels! En zo veel. Ik heb maar één bramenstruik. Maar nog nooit zat-ie zo vol met dikke, sappige bramen. Vorige week of zo − het kan ook de week daarvoor geweest zijn − proefde ik er al een paar. Die waren al mooi rijp. Lekker zoet. Het schijnt zelfs door de klimaatverandering te komen dat er overal zoveel bramen zijn. Of door het gedoe met stikstof. Zoiets was het in ieder geval. Maar hoe dan ook, ik moest nog even wachten op de andere bramen. Die waren nog rood. En goed zuur. Had er wel een geproefd. Ben namelijk wel gek op zuur. Maar dit was wel heel erg zuur.
Ik moest denken aan het leven. Als je dan te vroeg iets ‘plukt’, kan het ook aardig zuur uitvallen. Maar precies op tijd ergens bij zijn, kan zó zoet smaken. Als een rijpe braam die glanzend in de zon aan een stekelige tak hangt, tussen nog wat onrijpe exemplaren. En jij hebt ’m geplukt! Die ene braam. Wat een geluk! En er hangen nog veel meer. Als je op de goeie plek bent, in de goeie omstandigheden op de goeie tijd, hangt de tak met venijnige stekels soms vol met kansen en mogelijkheden. Soms moet je zelfs even door het stekelige gewas kruipen om bij de mooiste, rijpste en beste bramen te komen. Onder de schrammen pluk je emmers vol. Je kunt je er misselijk in eten. Te veel van het goede. Daarna heb je niks meer. Of je maakt er jam of gelei van voor de winter. Dan ben je goed bezig, is ons geleerd.
Van deze struik op mijn erf heb ik niet alle bramen geplukt. Toch voel ik mij er niet schuldig over of ik wel alles uit het leven haal. Ik zie dat de vogels er ook flink bij gezeten hebben. Dat is fijn. Vind het niet heel jammer dat ik er geen jam van gemaakt heb. Gaat ook niet meer gebeuren als die bramen die nu nog rood zijn eenmaal rijp geworden zijn. Ben nu even met andere dingen bezig. Ben je verplicht tegenover de natuur om al het eetbare wat zij schenkt te consumeren? Net als in het leven? De natuur is er niet alleen voor de mens. Laat de vogels ook maar lekker bramen eten. Ik pik er af en toe een mooie rijpe tussenuit. De vogelenzang klinkt er misschien zelfs wel mooier door.
Dagblad van het Noorden, 28 augustus 2021