Je zit gewoon rustig thuis naar de radio te luisteren. Plotseling gaat de bel. Niet lang daarna een bons op de deur. Je loopt de gang in en doet open. Een onbekende man stelt zich voor. Hij wil een paar vragen stellen. Of hij even binnen mag komen. Je vraagt of hij voor de meterstanden komt en vertelt hem dat je al jaren een slimme meter hebt. „Nee, daar gaat het niet over, de slimme meter ontvangen we luid en duidelijk”, zegt de man zacht. Hij laat een pasje zien met zijn foto onder het logo van de Nieuwe Overheid. De man laat zichzelf binnen.
Je biedt hem een stoel aan bij de eettafel en vraagt nogmaals waar het dan over gaat. De man blijkt vragen te hebben over je buurman. Je gaat zitten en vraagt waarom er vragen zijn over je buurman. De man legt een apparaatje op tafel en meldt dat het gesprek meteen doorgeseind wordt naar het HPAC in Amsterdam. Je krabt aan je hals.
Er komen eerst wat gewone vragen. Hoe lang je de buurman kent. Je vertelt dat je naast hem en z’n gezin kwam wonen in 2023. Vijf jaar dus nu.
De man wil weten hoe de band is met de buurman. Verbaasd zeg je dat de band prima is, hoewel je elkaar niet zo vaak spreekt op zich. Maar nooit last of gedoe. Altijd even vriendelijk.
Dan komen er andere vragen. Of je weleens gezien hebt dat de buurman verboden houtvuurtjes stookt. Je zegt nee, maar je weet wel beter. Eigenlijk belachelijk dat je daarover moet liegen tegenwoordig, denk je bij jezelf.
Dan vraagt de man of je wel eens met je buurman hebt gesproken over de islam. En of je enig idee hebt hoe de buurman daarover denkt. Je hoort jezelf zeggen dat jij daar echt helemaal geen problemen mee hebt en dat het er helemaal bijhoort en juist blij bent dat het wekelijkse, door de overheid verstrekte stukje echt dierenvlees halal geslacht is. En dat je het daar met de buurman nooit over zou hebben.
Dan vraagt de man of je weet dat de buurman weleens naar verboden bijeenkomsten gaat. Je weet dat die avonden gehouden worden en dat je buurman erbij is. Die avonden waar gelijkgestemden achter gesloten deuren kritisch spreken over de Nieuwe Overheid en over Saudi-Arabië en de islam in het algemeen. Je weet dat de Nieuwe Politie invallen doet op zulke avonden en dat de kopstukken maanden ‘weg’ zijn om bijgespijkerd te worden over hoe het hoort en moet. Daarom ben jij nooit geweest.
Jij weet heel goed hoe het hoort en moet. Jij hebt je er allang bij neergelegd. Jij weet hoe je moet denken om veilig te zijn. Maar je bent even vergeten dat als je iemand kent die niet zo denkt zoals iedereen moet denken, en je geeft zo’n iemand niet aan: dan ben je nét zo fout. Tuig ben je dan. Een stuk schimmel.
Je wordt rood en warm. De man kijkt je diep in de ogen. Voor je huis stopt een zwart busje.
Dagblad van het Noorden, 3 augustus 2019