Er staat een fiets. Tegen die boom in dat grasveldje. Staat er al een poosje. Zeker een paar weken. Ik zie ’m staan als ik met de auto naar de winkel ga. Ik neem meestal minder voor de hand liggende wegen. En ergens halverwege staat die fiets. Het is een knappe fiets. Wie zet die daar nou neer? Nee, eigenlijk, wie laat z’n fiets daar nou zo lang staan? Er is in geen velden of wegen een bushalte te bekennen. Gisteren ben ik toch eens even gaan kijken. Wat ik zeg, prima fiets. Geen kroegfiets die achtergelaten is in een overbenevelde stemming. Het is ook geen gestolen, en toen maar achtergelaten fiets. Dan zou er niet zo’n goed slot op zitten. Hij zit met een beste ketting vast aan de enige boom daar. Een moderne fiets. Goed zadel. Goed merk. Handremmen. Versnellingen. Geen lekke banden. Ook de ketting lag er niet af. Ik ben weer verder gereden.
Van wie zou die fiets zijn? Wat is er gebeurd? Misschien is-ie wel van iemand die vergeetachtig is. Dat hij ging wandelen, in het natuurgebied een eindje verderop terechtgekomen is, en niet meer wist hoe hij er gekomen was. Of misschien is ’m wel wat overkomen. Kan. In dat natuurgebied kun je, als je van de paden gaat, in het veenmoeras zakken. Dan word je over tweeduizend jaar teruggevonden als veenlijk en in een museum tentoongesteld met een bordje ernaast dat je misschien ooit wel bent geofferd aan de Goden.
Of zou iemand midden in de nacht naar die plek zijn gefietst om af te spreken met zijn geheime liefde? En dat ze daar dan in het vuur van de romantiek besloten hebben allebei alles achter te laten en in haar auto naar Frankrijk zijn gereden om samen overnieuw te beginnen?
Of misschien heeft die fiets iets te maken met wat er broeit in de plaatselijke onderwereld hier. Ligt de bezitter van de fiets op de bodem van het Stieltjeskanaal? Of is de fietser meegenomen door een UFO? Of was Jezus even terug op aarde en heeft Hij na een klein rondje fietsen maar besloten om weer snel naar Zijn vader te gaan. Je weet het niet. Zoals we zo veel niet weten van alles wat we zien.
(Dagblad van het Noorden, 22 april 2017)