Toen ik vlak na het vallen van de duisternis naar Emmen reed, zag ik veel lichtjes. Sinds kerstlampjes per strekkende meter aan het snoer verkrijgbaar zijn, houdt velen niets meer tegen om het hele huis af te biezen met priemende lampjes. Een mooi gezicht. En mooi dat veel mensen het blijkbaar fijn vinden om kerst te vieren.
Ik ben ook iemand die Kerstmis een hoogtepunt in het jaar vindt. Ik kijk ernaar uit. Vanaf de eerste zondag van de advent neem ik sowieso altijd de midwinterhoorn ter hand die ik jaren terug van een goede vriend uit Twente heb gekregen. Hij heeft het mij daar voorgedaan destijds, bij hem boven de put. Ik mocht vervolgens ook even proberen, maar hij zei dat ik thuis maar verder moest oefenen. De naobers van mijn kameraad moesten niet denken dat deze Anfängerklang, want dat was het echt, van hem kwam. En sindsdien heb ik veel gespeeld. Zodat het eervol klinkt en de gordijnen van de moderne tijd opengerukt worden waardoor voorchristelijke decors te vernemen zijn. Dan denk je aan de oude tijd dat mensen misschien wel helemaal niet zo zeker waren van dat het ooit weer lente worden zou. Midden in de winternacht. Duizenden jaren geleden. Niemand wist het zeker. Niet honderd procent. Dus ze bliezen op hoorns. Baden tot goden. En zie, de dagen werden langzaamaan weer iets langer.
Net als die Afrikaanse stam die nog steeds elke morgen een bepaald ritme trommelt omdat anders de zon niet opkomt. Ze hebben het nooit níét gedaan. Bewijs dat het werkt. De zon komt altijd weer op. Dankzij hun getrommel. Hier is het net zo. Dankzij onze kerstvierderij wordt het uiteindelijk ook weer lichter. We vieren dat we het donkerste gehad hebben.
Veel mensen vinden kerst vieren moeilijk omdat er iemand gemist wordt. Dan heb je niks te vieren. Dan moet je al huilen als je langs een huis rijdt waar de boom mooi opgetuigd is. Wij hebben dit jaar ook voor het eerst zo’n kerst. Moeder is er niet meer bij. Ik denk aan al die mensen die dit al jaren zo meemaken. Zonder hun moeder. Zonder hun vader of man of vrouw of kind of, noem maar op. Ik wist altijd al wel dat dit voor de mensen heel moeilijk is. Maar nu weten wij het zelf ook.
En toch, ik ga wél een boom opzetten. Mooi de lichtjes erin. En alle ballen die de laatste dertig jaar heel gebleven zijn. De kerststal komt er ook mooi te staan. Als kind speelde ik al met die beeldjes. Ik weet precies hoe ze klinken als je ze per ongeluk zachtjes tegen elkaar aanstoot als je de koningen elke dag een stukje dichter bij de stal wilt zetten.
Ik rij op de Ericasestraat en ik zie vlak boven de horizon de nog zo goed als volle maan opkomen. Geen kerstverlichting, nee, zelfs geen kaarslicht kan op tegen dit schouwspel. In het donkerste duister dit licht.
Ja, ik ga dit jaar nog bewuster kerst vieren dan ooit. Om te bidden en te vieren dat het weer licht zal worden.
Dagblad van het Noorden, 14 december 2019