Er was een land ik weet niet waar. Daar leefde eens een kleine bij. En die beleefde, het klinkt raar, een avontuur voor jou en mij.” Mensen die deze woorden herkennen, weten waar ik het over heb. Het bijtje Maja. Een tekenfilm van vroeger. Als het op woensdagmiddag hard regende, mocht bij ons de televisie aan. Zodra de omroepster de nieuwe avonturen van het bijtje Maja aankondigde, ging ik er goed voor zitten. Misschien wel met een beker Roosvicee. De openingstune vond ik al prachtig. Maar de avonturen die Maja en haar vriendje Willy beleefden, waren pas echt fantastisch. Ook wel eng soms. Zo kwam hun vriendje Flip de Sprinkhaan eens klem te zitten in een vleesetende plant. Walgelijk. We zochten meteen in de encyclopedie op of vleesetende planten echt bestonden. Dat bleek waar. Maar het liep altijd goed af. Altijd liep het goed af.
Tegenwoordig zing ik soms vanuit het niets opeens die eerste paar regels van die openingstune. Nou ja, vanuit het niets misschien niet. Ik ben ervan overtuigd dat als je plotseling een liedje in je kop hebt, er dan altijd wel iets is waardoor je dat nummer opeens innerlijk hoort. Als je op de bank zit met de verkering en je begint opeens Is dit alles van Doe Maar te neuriën, komt dat wel ergens vandaan. Dus ik zat na te denken waarom ik ‘Bijtje Maja’ soms voor me hoor. Verlang ik naar een wereld hier ver vandaan? Verlang ik naar mijn jeugd? Roosvicee door mijn moeder gemaakt?
Ik besloot op YouTube een oude aflevering van Maja de Bij op te zoeken. Natuurlijk was het eerst leuk. Die tune. Die beelden. Maar oei, wat was het traag en ouderwets. En ook saai. Ik heb ‘m weer afgezet. Zou zonde zijn als het mooie herinneringen verkreukelt. Ik laat Maja mooi waar ze was.
Het opzoeken van mooie herinneringen kan heel mooi zijn. Die mooie stad. Dat grote bos. Maar soms kan het ook vreselijk tegenvallen. Dat ene restaurant heeft een andere chef. Die ene band een andere drummer.
Eerder konden we een hele zondagmiddag met pa staan te vliegeren op een stoppelveld. Gewoon zo’n vlieger met één vliegertouw. Dat-ie heel hoog ging, was eigenlijk het mooiste. Ik weet nu al dat ik een grote stuntvlieger met twee touwen nodig heb om vliegeren weer mooi te vinden. Misschien moet ik maar eens zo’n ding ophalen. Steeds weer nieuwe herinneringen maken.
Dagblad van het Noorden, 23 september 2023