Toen ik aan het eind van deze afgelopen zomer in Emmen mijn rijbewijs haalde, zei de rijschool dat ik maar direkt veel moest gaan rijden. Prima. Dus ik ben naar Chicago gevlogen en heb daar een auto gehuurd. Daarmee ben ik wekenlang, samen met een gitaar, door de Verenigde Staten gereden. De eerste dagen was het rijden nog wennen, maar al snel was ik gewoon heel lekker ontspannen hele dagen aan het cruisen. Op een gegeven moment reed ik in de staat Nevada. Daar loopt de ‘eenzaamste snelweg van Amerika’. Een prachtige weg, dwars door woestijnen en onvoorstelbaar lege vlaktes. Zeker een dag lang rijden zonder iets tegen te komen. Aan het begin van die highway is een plaatsje. Daar kun je tanken en zo. Dat deed ik. Je wilt niet zonder benzine of water zitten daar in het midden van niks. Na het tanken ging ik even in de nog gloeiende najaarszon zitten met een flesje ijskoude Moutain Dew Light. Er was ook wifi. Dus ik even appen met de kameraden, die leuke dame en mijn moeder. Leuke appgesprekjes waar ik heel blij van werd. Ze vonden het allemaal erg mooi voor mij. Toen ik even later het begin van die eindeloze highway opreed zong ik uitgelaten keihard met de radio Top of the world mee van de The Carpenters. Ik was stiekem wel een beetje trots op mezelf dat ik mijn rijbewijs eindelijk had en dat ik nu hier maar mooi even reed. Ik voelde me even geweldig. Een enorme kick. Opeens week de grote pick-uptruck die voor me reed ergens voor uit. Een groot zwart ding midden op de weg. Groter dan een hond. Kon wel een beer wezen. Ik kon niet meer uitwijken. Ik denk, ik moet er niet met een wiel over, dan vlieg ik misschien wel in de kant. Ik moet ’m er recht onder hebben. Een doffe klap. Ik keek in de achteruitkijkspiegel. Een wolk van troep achter me. Autos weken uit. Het was een enorme vuilniszak geweest. Mijn hart bonkte in m’n keel. De rest van de dag heb ik zitten denken waarom dit nét moest gebeuren toen ik even uitgebreid zat te genieten van wat ik aan het doen was. Net of ik teruggefloten werd. ‘Niet te enthousiast jij.’ Net of het niet mag. Wat is dat toch?
(Dagblad van het Noorden, 6 december 2014)