Er hing een waas in Montana. Een onheilspellende lucht waar een oranje zon doorheen scheen. Het plaatsje waar ik overnachtte leek daardoor nog gehavender dan andere jaren. Het was merkwaardig stil. Stil in een vreemde, oranje heiigheid.“Bosbranden in Canada”, zeiden ze in de saloon. Zo erg hadden zelfs de oudste mannen aan de bar het nog nooit meegemaakt. Ze namen slokjes van hun koude blikjes bier en maakten instemmende geluiden. Nee, zo erg hadden ze het nog niet meegemaakt. Door de luidsprekers klonk zachtjes Fast car in de nieuwe versie door Luke Combs. Terug in het motel vond ik online een kaart waarop alle actuele bosbranden van Noord-Amerika te zien waren. Als je doorklikte, kon je precies zien hoe de rook zich verspreidde. Vanaf grote bosbranden in het noorden van de Canadese provincie Alberta krulde een gigantische pluim langs de Rocky Mountains over Alberta en een stuk van Montana. Ik zat er middenin. Ik zag dat er in het uiterste noordoosten van Montana geen rook zou zijn. Daar ben ik de volgende dag naartoe gereden.
Daar was het inderdaad weer helder. Prachtig gebied. Alleen maar prairie. Af en toe een ranch. Koeien op de vlaktes. Met een tevreden gangetje reed ik de staatsgrens van North Dakota over. Daar waren een paar jaknikkers en wat boortorens te zien. Ik zocht een hotel in een vaag dorpje. Veel hotels voor zo’n kleine plaats. Bijna allemaal vol. Veel witte pick-uptrucks. Allemaal werklui van grote oliemaatschappijen, kwam ik achter.
De volgende morgen reed ik zuidwaarts. Urenlang zag ik een prairie vol jaknikkers, boortorens en affakkel-pijpen. Enorme vlammen soms. Overal die witte wagens. Waar ik ook keek werd olie gewonnen. De volgende dag verliet ik het oliegebied en kwam ik door Wyoming. Daar reed ik langs gigantische open mijnen. Reusachtige, monsterachtige machines schraapten steenkool uit moeder aarde. Via enorme lopende banden kwamen de kolen terecht op een laadstation. Treinwagon na treinwagon werd gevuld. Ik stond er met open mond naar te kijken. Een witte truck kwam aanrijden. Of ik iets zocht. Ik zei van niet. Ik vroeg waar al die kilometerslange kolentreinen naartoe reden. Lachend zei hij dat die naar alle grote steden van Amerika gingen om stroom mee op te wekken voor de elektrische auto’s van alle city folks. Even later reed ik met een vreemd soort schuldgevoel en verward door de schaal van wat ik gezien had, over de golvende grasvlaktes richting Colorado.
Dagblad van het Noorden, 26 augustus 2023