Meestal krijg ik een rustig gevoel als ik vanuit mijn keukenraam naar de verte kijk. Maar nu is het oorlog achter die horizon. Verhalen, foto’s en filmpjes laten via internet zien en horen wat zich daar zoal afspeelt. Daardoor lijkt het nog minder ver weg. Het is maar twee dagen rijden of zo. Dichtbij, zo’n gevaarlijke oorlog. Opeens herinner ik me weer hoe het was toen het IJzeren Gordijn nog bestond. We waren kinderen, maar er was ons maar al te goed verteld wat er kon gebeuren. Atoombommen. Daar waren we bang voor. Dat had ik lang niet meer zo gevoeld. Dat het eventueel die kant op zou kunnen gaan. Wat moeten we dan?
Ik dacht gisteravond een zwaar vliegtuig te horen. Oostwaarts. Ik moest denken aan de verhalen van mensen die WOII hebben meegemaakt. Die hebben vele bommenwerpers over zien komen. Duitse steden bombarderen. Wat een verschrikking moet dat geweest zijn. Alles kapot. Alles. En het bracht Hitler niet op andere gedachten. Onvoorstelbare ellende.
Er was een tijd dat ik graag soldaatje speelde. Hoe oud ben je dan? Tien jaar ongeveer? Bij zo’n dumpshop kon je een baret kopen en een veldfles. En een koppel waar je de veldfles en een dolk aan kon hangen. Een kameraadje had een binnenhelm en een legerjas. Een andere kameraad had een boek: Handboek voor de Soldaat. Dat was van zijn oudere broer die net uit het leger kwam. In dat boek lazen we hoe we een schuttersputje moesten graven en hoe je een goede molotovcocktail moest maken. Hoe konden we als jochies dat soldaatje spelen zo mooi vinden? Ik begrijp daar steeds minder van.
Onze opa’s en oma’s maakten twee wereldoorlogen mee. Daar werd niet veel over gepraat met ons. Ja, een van de opa’s vertelde mij wel van alles. Hij had bij Dordrecht gevochten tegen de Duitsers. Later begreep ik dat hij eigenlijk voor het leven getekend was door die tijd. En een oma maakte zich altijd nogal druk over mensen die niet meer naar de kerk gingen. „Er moest maar eens een flinke oorlog komen, dan zit de kerk weer stampend vol”, hoor ik haar nog zo zeggen.
We kunnen niet in de toekomst kijken. Wel naar het verleden. Altijd is er oorlog geweest. We weten hoe verschrikkelijk het is. Wat kunnen we doen? Hopen en bidden. Als ik mij ergens zorgen over maak, kijk ik graag naar een lege horizon. Dat relativeert. Nu niet meer. Achter die horizon is het oorlog.
Dagblad van het Noorden, 26 februari 2022