Als ik naar Twente ga, rijd ik altijd binnendoor. Dit keer ook, onderweg naar een optreden in Haaksbergen. Bij Schoonebeek de grens over, langs Emlichheim zuidwaarts. Al snel wordt het landschap heuvelachtig. Daar bij Wilsum in de buurt bewaar ik heel goeie herinneringen aan de zomerkampen met de verkenners. We waren nog zo jong en het leven glom van nieuwigheid. Nu pas zie ik goed hoe onbekommerd en fijn die tijd was voor dorpsjongens als wij.
Even verderop ga ik bij Getelo weer de grens over. Dan kom je bij Mander. Een van de mooiste plekken van ons land. Elke keer als ik daar ben, voel ik weer die verbinding met de aarde en het verleden. Het maakt onbezorgd en opgewekt.
Al mijmerend rijd ik verder langs prachtige boerenerven. Ik verheug mij op het gulle Twentse publiek in Haaksbergen.
Als ik daar de parkeerplaats achter het theater oprijd, zie ik tegen een muur van een parkeergarage een meisje staan. Ik stap uit, pak mijn gitaar van de achterbank en wil naar de artiesteningang lopen. Opeens hoor ik een meisjesstem met Twentse tongval vragen: „Menee-a, menee-a, mag ik u wat vragen?”
Ik kijk om en zie dat meisje. Ze is een jaar of vijftien denk ik. Ze is niet groot. Rode winterjas aan. Witte broek, witte gymschoenen. Gitzwart haar. Rond brilletje op. Met haar ontwapenende Twentse accent vraagt ze of ik een pakje sigaretten van haar wil kopen. Verbaasd zeg ik: „Nee dank je, maar hoezo?”
Ze heeft geld nodig voor de bus naar Hengelo. Ik vraag haar of ze weggelopen is van huis, waarop ze pittig reageert met dat ze al ‘zelfstandig woont’. Ze vertelt dat ze afgesproken had met een jongen via Facebook. En die zou haar weer naar huis brengen. Maar die jongen was opeens weggegaan. Zes euro heeft ze nodig. Ze krijgt een tientje. Bezorgd vraag ik: „Je bent toch niet aan de dope hè?” Op een brutaal toontje zegt ze: „Zie ik er zo uit of zo?” Ik zeg sorry en dat ze goed op moet passen.
’s Nachts rijd ik binnendoor weer terug naar Erica. Bij de heuvels van Wilsum hoop ik nog steeds dat ze me niet voorgelogen heeft en goed in huis gekomen is.
Dagblad van het Noorden, 31 maart 2018