Het is na de middag. Ik loop door een grote stad. Het is druk. Fietsers, auto’s en veel andere mensen, die door de stad lopen. Met een paar van die mensen staan we te wachten voor we kunnen oversteken. Een man met een grote draagtas van een kledingwinkel heeft denk ik net een nieuw pak gekocht. Het pak dat hij nu draagt, ziet er ook niet doordeweeks uit. Naast de man staat een vrouw. Ze horen niet bij elkaar. Dat kun je meestal wel zien. Er staan twee meiden te giechelen. Naast mij staat een dame met witte oordopjes in. Ze neuriet een vreemde serie halftonen. We kunnen oversteken. Aan de andere kant van de straat loopt ieder een kant op. Ik loop naar een koffietentje.
Binnen draaien ze zachte dance. Ik bestudeer het bord met mogelijkheden. Welke koffie zal ik nemen? Je kunt kiezen welke bonen, welke melk, warm, koud, met een smaakje, met of zonder cafeïne. Klanten willen graag wat te kiezen hebben, zullen ze wel gedacht hebben. Ik neem een dubbele espresso. Dat vind ik fijn. Dan moet ik altijd denken aan die keer dat we bij een bruiloft waren van een vriend op Sardinië. Elke morgen zo’n slokje sterke koffie. Ben benieuwd waar de dame voor mij aan moet denken, als ze drinkt van haar bestelling. Een grote beker vol, met een punt slagroom erop met daaroverheen wat slierten karamel. Ze ziet me ernaar kijken en trekt een verveeld gezicht.
Tien minuten later sta ik in een grote boekwinkel. Ik koop een boekje over de geschiedenis van de stad waar ik ben. Op internet kun je ook al die info wel vinden, maar ik blijf boeken kopen. Bij het afrekenen ben ik van plan om dat tegen de grijze, luid pratende meneer achter de kassa te zeggen. Maar het komt er niet van. Hij heeft een soort vaste riedel bij het afrekenen waar ik niet tussen kom. Terug op straat loop ik weer tussen de mensen. Ze kunnen allemaal zien dat ik een boekje gekocht bij heb die winkel. Maar dat ziet niemand. Mensen lopen strak langs elkaar heen. Snap ik wel. Je kunt niet iedereen goeiedag zeggen. Op een pleintje pikken wat rafelige duiven van op de grond gevallen patatjes. Ik vraag de duiven waarom ze niet in de vleugels gaan en lekker in de natuur buiten de stad gaan zitten. Ze kijken niet op of om.
Dagblad van het Noorden, 6 juli 2024
Abonneer je hier op de nieuwsbrief en de wekelijkse column van Daniël Lohues!