Op de lagere school kon ik me altijd erg verheugen op het schoolreisje. We gingen altijd naar het Ponypark. Met de bus naar Slagharen. Weken van tevoren keek ik al uit naar dat busreisje. Er ging een grote melkbus vol koele ranja mee. Met een ‘soepslief’ schepte een juffrouw of een meester de ranja in plastic bekertjes. Niet dat we anders nooit ranja kregen, maar op een schoolreisje smaakte het nóg beter. De blijdschap die door de bus ging als we na een poos langs een kanaal gereden hadden en opeens in de verte het reuzenrad aan de horizon boven de bomen uit zagen komen, ben ik nooit meer vergeten. Het verheugen was dan op z’n grootst en toch bijna op zijn eind. Joelend huppelden we het Ponypark binnen. En als we ’s avonds jankerig van vermoeidheid met een gloeiend hoofd door onze moeders ingestopt werden, verheugden we ons alweer op de volgende keer dat we naar het ponypark zouden gaan.
Het is belangrijk om je te kunnen verheugen op iets. Iedereen die weet hoe het is om nergens meer aardigheid aan te hebben, kan dat weten. Als er niets meer is om naar uit te kijken, kun je alleen maar terugkijken naar hoe mooi het was. Het kan soms zo erg worden dat je zelfs niet meer kunt verlangen naar vervlogen tijden. Dan leef je pas echt in het moment. Al ben ik bang dat men met ‘in het moment leven’ iets heel anders bedoelt. Ze bedoelen daarmee dat je niet alleen maar moet verlangen of terug moet kijken, denk ik.
Ongeveer 180.000 jaar geleden verliet een groep eerste mensen de plek waar ze vandaan kwamen. Een plek in Afrika. Ze trokken steeds verder. Ze vermenigvuldigen en verspreidden zich. Zo kwamen hun nazaten over de hele wereld terecht. Alle mensen op aarde zijn terug te traceren naar die paar eerste mensen die dachten: ‘laten we eens achter de horizon gaan kijken. Misschien is het water daar nóg helderder, het gras nóg groener.’ Altijd zijn de mensen dat blijven denken. Het zit diep in ons. Altijd verlangen naar wat er nog meer kan zijn. We vonden oorlog uit als er een vruchtbaar stuk land al bezet was. Maar we vonden ook vrede uit, omdat er altijd mensen zijn geweest die zich verheugden op een rustig bestaan zonder ellende en geweld. Dat zou onze redding kunnen zijn. Ons blijven verheugen op hoe mooi het kan zijn.
Dagblad van het Noorden, 18 mei 2024
Abonneer je hier op de nieuwsbrief en de wekelijkse column van Daniël Lohues!